Javanen in Diaspora, interview met Rudy Moekïat Samiran

DOI

Naam: Rudy Moekïat SamiranAchternaam: SamiranGeboorteplaats: Bakkie, SurinameGeboortedatum: 1955Woonplaatsen: Suriname 1955 - 1979; Nederland 1979 -Tegen de tijd dat ik 23 was, vertrokken velen naar Nederland. Toen ben ik ook hier naartoe gekomen. Er zijn dingen in je leven waarvan je achteraf denkt: dat had ik anders moeten doen. Maar als je jong bent, handel je impulsief.Het was op een donderdagmorgen, ik was op kantoor. Ik werd gebeld door een kennis: “Ga je mee naar Holland? Daar kun je verder studeren”. Ik kwam thuis en zei tegen mijn moeder dat ik naar Holland wilde gaan. Mijn moeder vroeg waarom, want ik had al een goede opleiding en een goede baan. Maar het drong niet tot me door.Die zaterdagochtend ben ik naar het reisbureau gegaan en heb ik een ticket gehaald. Ik heb mijn moeder nog nooit zo stil gezien als in dat weekend. Het enige wat ze me vroeg op de zondag dat ik vertrok, was wat ik wilde eten. Ze is naar de markt gegaan en heeft mijn lievelingsgerecht klaargemaakt: 'godong ranti' (Javaanse naam voor gomawiri: een Surinaamse bladgroente). Bij het afscheid heb ik mijn moeder nog nooit zo zien huilen. Ik had haar misschien beter moeten voorbereiden.Elke keer als ik na een vakantie in Suriname weer terugkeer naar Nederland, komt die emotie bij mij op. Tegenwoordig blijf ik een week voor mijn vertrek naar Nederland altijd thuis, met mijn ouders. Dan bereid ik ze voor dat ik weg ga. Maar nu heb ik ook weer een ander gevoel, omdat ze oud zijn. Het kan de laatste keer zijn. Dat kwam ook uit toen mijn vader een jaar geleden plotseling overleed.



Toen ik met mijn werk als ouderenwerker begon, sprak ik veel met Javaanse ouderen. Oud worden is moeilijk, als ik met die mensen sprak, dan kwam de nostalgie bij hen naar boven. Ouderen woonden verspreid van elkaar. Ze wilden wel uitgaan, maar vrienden woonden ver. En zo ben ik gaan denken. Ik hoorde van de woongemeenschappen in Den Haag. Ik heb toen, met hulp van de heer Danoe, de behoefte onder de Javaanse ouderen om bij elkaar te wonen, geïnventariseerd. De behoefte was er.Ik ben naar mijn werkgever gegaan en heb gevraagd of hij achter mij zou staan, als ik een project wilde starten om in Hoogezand-Sappemeer een woongroep voor Javaanse ouderen te realiseren. Ik schreef een brief naar de wethouder, hij stuurde me door naar een woningstichting. Daar heb ik aangegeven dat er in de zorg een achterstand bestaat van Javaanse ouderen ten opzichte van de witte ouderen. De zorg is niet aangepast op de behoefte van Javanen. De directeur heeft positief gereageerd.Ik heb de intellectuelen onder de Javaanse jongeren bij elkaar geroepen: een jurist, een notaris, een architect en anderen. Ik heb ze verteld dat ik ben opgevoed met het idee dat ik voor mijn ouders moet zorgen. Maar hier in Nederland kun je niet je ouders in huis nemen. We moeten onze verantwoordelijkheden dus op een andere manier nemen door een woongroep te starten. Toen is het serieus geworden. Die jongens waren goed geschoold en konden  zelf een onderzoek opzetten. Dat is in goede aarde gevallen bij de woningbouwstichting. En zo is de woongemeenschap voor Javaanse ouderen er in 2008 gekomen.



Het moeilijkste hier in Nederland is je kinderen opvoeden. Ik heb twee jongens. Toen mijn kinderen werden geboren, was er hier een beperkt aantal Javanen. Hier ben je meer met elkaar verbonden dan in Groningen of andere grote steden. En die mensen hechten heel veel waarde aan wat ze hebben meegenomen. In de jaren ’80 was de gemeenschap hier pas neergestreken. Mensen waren nog zoekende en wilden hun traditie en hun normen en waarden voorzetten. Mijn kinderen gingen op dat moment naar school en ik zat in een tweestrijd. Hoe moet ik mijn kinderen opvoeden: zoals ik zelf ben opgevoed of anders? Ik zit in een ander land, met andere normen en waarden. Als je je kind wilt laten overleven in deze maatschappij, dan moet je die normen en waarden ook aannemen.Toen ik vroeger naar de stad moest, vond ik het moeilijk om me aan te passen aan de taal daar. Wij hebben daarom bewust voor een Nederlandse opvoeding gekozen. We leven volgens regels en afspraken en we spreken zoveel mogelijk Nederlands met onze kinderen. Wij wilden niet dat onze kinderen in de war raakten.Bepaalde Javaanse waarden hebben wij wel meegegeven, zoals met twee woorden spreken, het aanspreken met oma, opa, oom en tante. Ik merkte wel dat ze op de lagere school niet wisten waar ze bij hoorden. Mijn kinderen kwamen wel eens huilend thuis, omdat ze voor domme Chinees uitgemaakt werden. Het was wel moeilijk voor ons als ouders  om hiermee om te gaan.Vroeger namen wij onze kinderen vaak mee naar 'gamelan' en 'kenduren' (offermaaltijd die wordt ingezegend en verdeeld onder de aanwezigen). Nu vraag ik mijn kinderen wel mee naar 'jaran kepang' (Javaanse paardendans), maar ik heb het gevoel dat het ze niet bereikt. Maatschappelijk gaat het goed met onze zoons. Maar wij moeten daarvoor een prijs betalen: ze zijn vreemden van onze cultuur geworden.

Date Submitted: 2011-05-10

Tot aan 1939 werden circa 33.000 Javanen naar Suriname overgebracht. Na hun contractperiode vestigde de meerderheid zich in Suriname. Slechts een minderheid keerde terug naar Indonesië. De meest beschreven terugkeer is de georganiseerde repatriëring in 1954 van circa 1000 personen naar Indonesië. Deze bestond uit Javaanse ex-contractarbeiders en hun in Suriname geboren (klein)kinderen. Tegen beter weten in kwamen zij niet terecht op Java, maar in Tongar, een plaatsje in West-Sumatra. Daar bleven de meesten niet lang. Hun zoektocht naar een beter leven bracht hen naar andere plaatsen in Indonesië: Pekanbaru, Padang, Medan, Jambi, Jakarta, maar ook opnieuw naar Suriname.Veel minder bekend is de groepsmigratie in 1953 van enkele tientallen Javanen naar het buurland Frans Guyana. Vermoedelijk zijn tot aan het eind van de jaren 60 nog meer personen in groepsverband naar Frans Guyana vertrokken. Tijdens de Surinaamse binnenlandse oorlog weken ook Javanen, vooral vanuit Moengo en Albina, naar Frans Guyana uit. Volgens de Franse bevolkingsgegevens van 2005 wonen momenteel zo’n 1900 Javanen in Frans Guyana.De meest recente omvangrijke landverhuizing van Javaanse Surinamers vond plaats vóór de onafhankelijkheid van Suriname in 1975, dit keer uit Suriname naar Nederland. In de ban van politieke leiders die van mening waren dat de onafhankelijkheid niet goed zou uitpakken voor de positie van de Javanen, vertrokken circa 22.000 Javanen naar Nederland. Onder hen bevonden zich ook degenen die het eerder hadden geprobeerd in Indonesië en in Frans Guyana.Deze meervoudige migratie van de Surinaamse Javanen, is het onderwerp van het levensverhalen project Javaanse Migratie en Erfgoedvorming in Suriname, Indonesië en Nederland. Om van de meervoudige migratiebewegingen en de persoonlijke ervaringen van de Javaanse migranten een helder beeld te krijgen, is een oral history-project opgezet rondom migratie en erfgoedvorming onder de Javanen in Suriname, Indonesië en Nederland.Aan dit project werkten het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) en de Stichting Comité Herdenking Javaanse Immigratie (STICHJI) samen.De interviews zijn te beluisteren op de website van Javanen in Diaspora, de metadata en de samenvattingen van de interviews zijn opgeslagen in EASY.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xpd-nzaa
Metadata Access https://ssh.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xpd-nzaa
Provenance
Creator Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV); Stichting Comité Herdenking Javaanse Immigratie (STICHJI)
Publisher DANS Data Station Social Sciences and Humanities
Contributor F. Steijlen
Publication Year 2011
Rights DANS Licence; info:eu-repo/semantics/closedAccess; https://doi.org/10.17026/fp39-0x58
OpenAccess false
Contact F. Steijlen (KITLV)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/zip; application/pdf
Size 33170; 34442
Version 2.0
Discipline Agriculture, Forestry, Horticulture, Aquaculture; Agriculture, Forestry, Horticulture, Aquaculture and Veterinary Medicine; History; Humanities; Life Sciences; Social Sciences; Social and Behavioural Sciences; Soil Sciences