Noordzijde 36 te Oud-Alblas, gemeente Molenwaard

DOI

ADC ArcheoProjecten heeft in december 2017 een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Noordzijde 36 te Oud-Alblas, gemeente Molenwaard. Aanleiding is de voorgenomen nieuwbouw van een woning.Op basis van het bureauonderzoek is vastgesteld dat zich in de diepere ondergrond van het plangebied waarschijnlijk rivierduinafzettingen bevinden. De top van deze afzettingen wordt op ca. 8 m –mv verwacht. Rivierduinen vormden gunstige vestigingslocaties vanaf het Laat-Paleolithicum totdat het gebied bedekt raakte met veen (afhankelijk van de ligging op het duin in het Neolithicum of Bronstijd). In het plangebied zal het rivierduin echter voor een groot deel onder invloed van rivieren geërodeerd zijn. Archeologische resten uit deze perioden werden om deze reden niet verwacht. Vanaf het Neolithicum of mogelijk de Bronstijd raakte het plangebied bedekt met veen en komklei. In deze periode heersten er natte omstandigheden en waren de bewoningsomstandigheden ongunstig. Er werden dan ook geen resten verwacht uit de periode vanaf het Neolithicum tot in de Romeinse tijd. Op de overgang van de Romeinse tijd naar de Vroege Middeleeuwen ontstond het veenriviertje de Alblas. In de laat-Romeinse tijd werd mogelijk op de oevers van deze rivier gewoond. Vandaar dat in de oeverafzettingen van de Alblas archeologische resten uit de Romeinse tijd verwacht werden.Aan het begin van de Vroege Middeleeuwen vond grootschalige ontvolking plaats, waardoor resten uit deze periode niet verwacht werden in het plangebied. Vanaf de 8e eeuw vond weer verspreide bewoning plaats langs de Alblas en ontstond de nederzetting Oud-Alblas. Vandaar dat archeologische resten verwacht werden uit de periode vanaf de 8e tot 13e eeuw. In de Late Middeleeuwen werd het gebied rondom het plangebied ontgonnen, waarbij de oevers van de Alblas als ontginningsas fungeerden. Hierbij ontstond een bewoningslint waar het plangebied deel van uitmaakt. Als gevolg van wateroverlast werden de erven vanaf de 12e eeuw opgehoogd en ontstond een reeks woonheuvels. In het zuiden van het plangebied is waarschijnlijk een woonheuvel aanwezig. Op deze locatie werden humeuze ophogingslagen verwacht met een dikte van 1 tot 2 meter, vermengd met aardewerkscherven, bouwmateriaal, botmateriaal, e.d.Teneinde deze verwachting te toetsen en aan te vullen is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Hierbij is overwegend matig siltige komklei en bosveen aangetroffen.Geconcludeerd is dat het plangebied gelegen was in een drassig komgebied met broekbosvegetatie. In het uiterste zuidwesten zijn restgeulafzettingen (zwak humeuze klei met plantenresten en humus- en zandlagen) aangetroffen, afgedekt met een dunne laag oeverafzettingen (sterk siltige klei) en komafzettingen (matig siltige klei). In boring 1, 4 en 5 is de bodem, waarschijnlijk relatief recent, tot 50 à 180 cm –mv verstoord. Op basis van de naar verwachting ongunstige bewoningsomstandigheden worden resten van vóór de Late Middeleeuwen niet meer verwacht.Ter plaatse van boring 2 en 3 is een tot 180 cm dik ophogingspakket aangetroffen. Dit is waarschijnlijk het restant van een huisterp. Het in het ophogingspakket aangetroffen vondstmateriaal is deels te gefragmenteerd om te kunnen dateren. Ondieper dan 80 à 130 cm –mv is relatief veel materiaal uit de Nieuwe tijd aangetroffen binnen een donkergrijze laag. Mogelijk betreft dit een latere ophogingsfase van de terp. In boring 2 is onder het ophogingspakket een mogelijk restant van een perceleringssloot aangetroffen, tussen 180 en 250 cm –mv. Op basis van deze gegevens, in combinatie met hoogtegegevens van het AHN, worden archeologische resten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd verwacht in een zone van ca. 850 m2 rondom de huidige woning. Deze resten worden verwacht vanaf het maaiveld tot ca. 2 m beneden maaiveld. In het overige deel van het plangebied worden geen archeologische resten verwacht, vanwege het ontbreken van ophogingslagen en de relatief lage ligging.

Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x35-qnfr
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-x35-qnfr
Provenance
Creator J. Holl
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M.G. Nieuwenhuijsen; ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2018
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact M.G. Nieuwenhuijsen (ADC ArcheoProjecten)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 9827; 9279; 1015; 6444; 7205938
Version 1.0
Discipline Humanities