In opdracht van de gemeente Leeuwarden is door Ingenieursbureau Oranjewoud BV in september 2010 een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) uitgevoerd op een locatie aan de oostzijde van Leeuwarden in het Wielengebied, meer specifiek ten zuiden van de Kleine Wielen, ten westen van het Alddiel. De aanleiding tot het archeologisch onderzoek wordt gevormd door een geplande ontgronding. Men is voornemens het plangebied te ontgronden en de vrijgekomen grond in de zeer nabije omgeving te gebruiken voor het aanleg van dammetjes. Hierbij wordt de westelijke helft van het plangebied tot 1,0 m-mv ontgraven, en de oostelijk helft tot 2,0 m-mv. De onderzoekslocatie is momenteel in gebruik als grasland. Het plangebied heeft een oppervlakte van ca. 1,9 ha.Het plangebied ligt geologisch gezien in een overgangsgebied tussen het zeekleigebied in het westen en de hogere pleistocene zandgronden in het oosten, bestaande uit klei op veen- en veengronden. In het plangebied kunnen op het dekzand resten verwacht worden, met name op dekzandopduikingen uit de periode Laat-Paleolithicum - Neolithicum. Daarna raakt het gebied met veen bedekt. Eventuele resten zijn afgedekt door een veen en eventueel kleilaag, waardoor zij goed geconserveerd zullen zijn. Daarnaast kunnen met name huisterpen of sporen van vervening uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd worden verwacht. Op basis van luchtfoto's en milieukundig onderzoek is de mogelijkheid reëel dat het plangebied (gedeeltelijk) verstoord is door ophooglagen of afgravingen.Uit het booronderzoek is gebleken dar de verwachtte veen- op zand bodem hier niet meer aanwezig is. Hoogstwaarschijnlijk is het gebied uitgeveend, is een petgat ontstaan, waarin water heeft gestaan en dat later is opgevuld. De natuurlijke afzettingen die nog aanwezig zijn, zijn gevormd in afwisselend afwisselend rustige overstromingsperioden (kleiafzettingen)en intensievere overstromingsperioden (zand- en verslagen veen). Voor het plangebied, dat door middel van een karterend booronderzoek is onderzocht, geldt het volgende. Er is geboord is tot minimaal 0,5 m onder de maximale ontgravingsdiepte. Hierin zijn geen archeologische resten aangetroffen. In verband hiermee kan het plangebied voor wat betreft deze diepte vrijgegeven worden. Eventuele dekzandopduikingen liggen dieper dan de ontgravingsdiepte en zullen daarom niet worden aangetast.