De intacte bodemopbouw binnen het merendeel van het plangebied betreft uit een hoge enkeerdgrond en deze bestaat uit een 50 tot 60 cm dik plaggendek met hieronder een restant van het van nature gevormde holtpodzolprofiel, tot een diepte van circa 80 cm -mv (tussen circa 6,4 en 6,2 m +NAP). Recente bodemverstorende ingrepen zich beperkt tot de huidige bouwvoor. Slechts zeer lokaal hebben verstoringen plaatsgevonden in het noordelijke deel van het plangebied (verstoringen door aanplant en verwijderen fruitbomen en zandwinningsgreppeltjes) en in het uiterst zuidelijke deel van het plangebied (zal waarschijnlijk aansluiten bij het terreindeel aangrenzend ten zuiden waar afvalresten zijn gedumpt).Er zijn in het aangelegde vlak enkele paal- en kuilsporen aangetroffen die wellicht kunnen duiden op restanten van een nederzettingsstructuur of huisplaats (huisplattegrond). Er zijn echter onvoldoende aanwijzingen om een uitspraak te kunnen doen om welk type gebouwstructuur het gaat (bijvoorbeeld een woonboerderij of een bijgebouw). Wellicht dat het aangetroffen fragment aardewerk uit dezelfde periode dateert als de bewoningsfase. Verder is een deel van een grafveld (crematieresten) aangetroffen, wellicht de westelijke begrenzing, maar er dient op gewezen te worden dat laatprehistorische grafvelden moeilijk zijn te begrenzen. De vraag of het gebruik van het terrein (in ieder geval het oostelijke deel van het plangebied) als grafveld vóór dan wel na de mogelijke bewoningsfase heeft plaatsgevonden, kan in deze onderzoeksfase niet worden beantwoord. Het fysisch antropologisch onderzoek van de crematieresten heeft niet geresulteerd in geslachtbepaling. De leeftijd van het individu is niet nauwkeuriger dateerbaar dan 18+ jaar. Het graf dateert uit 996-852 v. Chr. (Late Bronstijd).