In verband met mogelijk te nemen natuurmaatregelen heeft een waarderend archeologisch veldonderzoek plaats gevonden van dobbe Holtveen te Vries. Doel van het onderzoek is vast te stellen of in het gebied archeologische waarden aanwezig zijn die door eventuele graafwerkzaamheden bedreigd worden. Het onderzoek bestaat uit een bureau- en een veldonderzoek. Bij het bureauonderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysische geografie, archeologie en historische geografie. Bij het veldonderzoek zijn 17 grondboringen geplaatst om archeologische indicatoren op te sporen en om de kwaliteit van de dobbe te bepalen. De dobbe is zeer waarschijnlijk een pingoruïne. Uit het bureauonderzoek blijkt dat rondom de pingoruïne binnen een halve kilometer afstand bewoning en begraving plaats heeft gevonden tijdens bronstijd, ijzertijd en Romeinse tijd. Uit het veldonderzoek blijkt dat de kern van de pingoruïne is verveend. Daarom is hij van beperkte paleobotanische waarde en achten wij bescherming ervan niet wetenschappelijk verdedigbaar. De ringwal en het zand onder de kern zijn veel minder verstoord. Daarom adviseren we in het zand geen graafwerkzaamheden te ondernemen.