In opdracht van Aveco de Bondt BV heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Tolakkerlaan 7 in Zeist (gemeente Zeist). In het plangebied zal een woning gebouwd worden. Hierbij zal de bestaande bebouwing (kassen) gesloopt worden. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een projectprocedure ten behoeve van een wijziging in het bestemmingsplan en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.Het bureauonderzoek bestond uit zes onderdelen (KNA-specificaties LS01 t/m LS06). In de eerste vier onderdelen zijn de volgende werkzaamheden verricht: - afbakening plangebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik - beschrijving van de huidige situatie - beschrijving van de historische situatie en mogelijke verstoringen - beschrijving van bekende archeologische waarden en aardwetenschappelijke gegevens Op grond van deze onderdelen werd een gespecificeerde verwachting van het gebied opgesteld (specificatie LS05). Hierin werd verwoord of, en zo ja, welke archeologische waarden worden verwacht.In het gehele plangebied worden archeologische resten verwacht uit de Romeinse tijd tot en met de Nieuwe Tijd op of in de top van de oeverafzettingen van de Zeister stroomgordel tussen 0 en 50 cm beneden het maaiveld. De archeologische laag bestaat uit een vermenging van onder meer kleine fragmenten aardewerk, houtskool en bot met het oorspronkelijke substraat. Organische resten en bot zullen door de boven het hoogste grondwaterpeil (1 m - mv) heersende relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. Andere type indicatoren (aardewerk) zijn waarschijnlijk matig goed geconserveerd. De beperkte beschikbare gegevens laten niet toe, het complextype en de omvang van de verwachte resten nader te specificeren. Gezien de resultaten van in de omgeving uitgevoerde onderzoeken moet rekening worden gehouden met verstoring van de bodem door kleiafgraving. Verschillende activiteiten in de afgelopen eeuw kunnen een verdere verstoring van het bodemarchief hebben veroorzaakt. Te denken valt aan het planten van bomen, de aanleg van funderingen, ondergrondse leidingen en opslagtanks.Op basis van deze gespecificeerde verwachting en het Plan van Aanpak werd in het plangebied een verkennend en karterend booronderzoek (specificatie VS03) uitgevoerd.Tijdens dit veldonderzoek zijn geen indicatoren aangetroffen die wijzen op archeologische sporen in de bodem. De top van de oeverafzettingen is omgewerkt en opgenomen in de bouwvoor. Eventuele archeologische waarden zullen hierdoor verloren zijn gegaan.ADC ArcheoProjecten adviseert om in het plangebied geen aanvullend archeologisch onderzoek uit te voeren. Wat betreft de archeologie is er geen belemmering om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij het bevoegde overheid, zoals aangegeven in de Monumentenwet.