BAAC heeft in opdracht van Wetering een proefsleuvenonderzoek (variant archeologische begeleiding) uitgevoerd in plangebied Maasheggen te Oeffelt. De aanleiding voor het onderzoek is het herstel van de oevers van de Maas.Hierbij bestaat een gerede kans dat archeologische waarden vernietigd worden.Voorafgaand aan het onderzoek zijn archeologische bureauonderzoeken uitgevoerd, waar het huidige plangebied deel van uitmaakt. Van belang zijn een bureauonderzoek dat is uitgevoerd door KSP in 2018, en een herijking van voorgaande bureauonderzoeken door ADC Archeoprojecten in 2022. In het onderzoek van 2018 is het huidige plangebied aangewezen als een gebied met een hoge verwachting voor vindplaatsen uit het neolithicum tot en met de Romeinse tijd. Uit de herijking van 2022 kwam naar voren dat er ook een verwachting geldt voor resten uit de 17e eeuw (1641), die verband houden met de circumvallatielinie rond het Genneperhuis.Omdat de huidige plannen de hiervoor genoemde archeologische waarden bedreigen, is door de gemeente Land van Cuijk besloten dat archeologisch vervolgonderzoek moet plaatsvinden. In overleg tussen opdrachtgever, BAAC en de gemeente, is besloten dat vervolgonderzoek in de vorm van een proefsleuvenonderzoek (variant archeologische begeleiding) het meest praktisch was.Het veldonderzoek vond plaats op 13 en 14 juni 2024. Tijdens de werkzaamheden is een strook vlak langs de Maas ontgraven en zijn daarin twee vlakken aangelegd. Op vlak 1 is één paalspoor aangetroffen, alsmede twee ondiepe greppels. Het gaat hoogstwaarschijnlijk om een paalspoor met een geringe leeftijd (nieuwe tijd), die verband houdt met een perceelsgrens. Van de zones met spitsporen werd eerst gedacht dat het hier ging om grachten, maar deze bleken slechts 30 cm diep te zijn. Daarmee is een interpretatie als gracht uitgesloten; vermoedelijk gaat het om ondiepe greppels. Op vlak 2 zijn geen antropogene sporen aangetroffen. Ondanks de diepte van het vlak (circa 2 m onder huidig maaiveld), is het Romeinse (en oudere) niveau hier nog niet bereikt.Op basis van het ontbreken van behoudenswaardige vindplaatsen, alsmede het feit dat eventuele dieper liggende resten op dit moment niet worden bedreigd, adviseert BAAC het terrein vrij te geven tot 2 m -mv. Omdat het Romeinse niveau tijdens de werkzaamheden niet is bereikt, kan geen uitspraak worden gedaan over de eventuele aanwezigheid van sporen/vondsten uit deze periode of eerder.