In opdracht van de Dienst Landinrichting en Beheer Landbouwgronden in Limburg en de Landinrichtingscommissie voor de ruilverkaveling Beesel-Swalmen heeft de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) een Aanvullend Archeologisch Onderzoek uitgevoerd in de gemeente Beesel. Het object van onderzoek was een terrein gelegen tussen Beesel en Reuver, bekend onder het toponiem De Haselt. In het verleden hebben lokale amateur-archeologen veel onderzoek gedaan in dit gebied. In het kader van de samenstelling van de Archeologische Monumentenkaart Limburg (AMKL) werden eerder een archeologische inventarisatie en een veldcontrole uitgevoerd door archeologisch adviesbureau RAAP.5 De vondsten uit de vooronderzoeken wezen op sporen van menselijke activiteit uit verschillende perioden vanaf het Paleolithicum tot en met de Middeleeuwen. Het doel van het AAO was het verkrijgen van aanvullende informatie ter ondersteuning en onderbouwing van het voorstel tot wettelijke bescherming (ex artikel 3 van de Monumentenwet 1988) voor De Haselt en de bijbehorende inrichtings- en beheersvoorschriften.Tijdens het AAO werden met de machine in totaal negen opgravingsputten aangelegd in de onverharde wegen die omgespit en geëgaliseerd zouden worden in het kader van de ruilverkaveling. In deze putten werden twee kleine clusters van sporen aangetroffen die in de midden-Bronstijd konden worden gedateerd. Verder werd duidelijk dat het grootste deel van het onderzochte terrein slechts in geringe mate onderhevig is geweest aan erosie. Op een aantal plaatsen bleek dat de archeologische sporen stelselmatig worden verploegd. Door de methode van bewerking van het land (waaronder het steeds dieper ploegen) en de toekomstige vorming van grote percelen neemt de kans toe dat de aanwezige grondsporen te lijden krijgen van erosie.