Napoleonsweg 116 te Neer

DOI

In opdracht van M & A Milieuadviesbureau heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Napoleonsweg 116 in Neer (gemeente Leudal). In het plangebied zal de huidige bebouwing worden gesloopt en vervolgens nieuwbouw plaatsvinden. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een aanvraag van een bouwvergunning en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.Op basis van het bureauonderzoek werd in de diepere ondergrond van het plangebied het dalvlakteterras van Rijkevoort (27.000 ? 13.000 jaar geleden) verwacht. In de top van deze terrasafzettingen kunnen archeologische resten voorkomen uit het Laat-Paleolithicum. Het vondstniveau wordt verwacht in de eerste ca. 30 cm beneden in het terras. De verwachte archeologische resten bestaan hoofdzakelijk uit houtskool- of vuursteenstrooiïngen. Organische resten (zoals bot, hout, leder en textiel) zullen door de relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd.De terrasafzettingen van Rijkevoort dalvlakteterras worden naar verwachting afgedekt door dekzand (Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden). In het dekzand heeft zich waarschijnlijk een hoge bruine enkeerdgrond ontwikkeld. Aan de basis van het plaggendek worden archeologische resten verwacht uit perioden vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met de Nieuwe tijd, afhankelijk van de ouderdom van het esdek. Het vondstniveau wordt verwacht onderin het esdek en in de top van de oorspronkelijke C-horizont; hier wordt ook wel van 'cultuurlaag' gesproken: een doorwerkte oude bodem tussen het esdek en de ongeroerde ondergrond met kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, vuursteen of houtskool. Aan en direct onder het maaiveld worden archeologische resten verwacht uit de perioden vanaf de Late-Middeleeuwen tot en met de Nieuwe tijd. De vondstenlaag van deze resten bevindt zich niet dieper dan ca. 30 cm beneden het maaiveld. Door de bouw van de huidige bebouwing zal de bodem verstoord zijn geraakt. Bij de bouw van het huidige pand zullen eventuele aanwezige archeologische resten verloren gegaan. De toekomstige bebouwing zal voor het overgrote deel op de fundamenten van de huidige bebouwing geplaatst wordt. Hierbij zal naar verwachting weinig tot geen additionele bodemverstoring plaatsvinden. De nieuw te bouwen bebouwing zal waarschijnlijk niet resulteren in additionele bodemverstoringen.Derhalve adviseert ADC ArcheoProjecten om het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen sloop en nieuwbouw. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet. Ook wordt aanbevolen om bij de voorgenomen sloopwerkzaamheden de lokale amateurarcheologen of historische verenigingen uit te nodigen.Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/DANS-254-QGTU
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/DANS-254-QGTU
Provenance
Creator ADC ArcheoProjecten; Rooij, J.A.G. van
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor R.H. Veer, van 't; Huizer, J.; Veer, R.H. van 't; ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2011
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact R.H. Veer, van 't (Vrije Universiteit Amsterdam)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/vnd.ms-excel; application/pdf
Size 7644; 7186; 10752; 1865; 5298; 1532995
Version 1.1
Discipline Humanities