Archol heeft in opdracht van Qirion een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd naar drie tracévarianten voor de aanleg van een nieuwe 10 km lange, 20 kV hoogspanningskabel van onderstation Middenmeer in het zuiden naar regelstation Wieringerwerf in het noorden. Doel van het bureauonderzoek was een inschatting te geven van de effecten van de aanleg van de kabelverbinding op bekende en te verwachten archeologische waarden in het onderzoeksgebied. De archeologische verwachtingen in het onderzoeksgebied zijn per landschappelijke eenheid gepresenteerd. Deze verwachtingen zijn met name tot stand gekomen op basis van landschappelijke, archeologische en historischgeografische gegevens. De analyse van al deze gegevens wijst uit dat aanleg van de kabelverbinding binnen vrijwel het gehele plangebied met drie tracévarianten kan leiden tot aantasting van aanwezige archeologische waarden. De analyse wijst uit dat het (relatief ondiep gelegen en afgedekte) prehistorische krekenlandschap, dat een groot deel van het plangebied bestrijkt, met name vindplaatsen uit het midden-neolithicum kan bevatten. Archol adviseert voor de delen binnen de drie tracévarianten met geplande ontgraving en met een middelhoge verwachting voor vindplaatsen uit het midden-neolithicum een vervolgonderzoek uit te laten voeren in de vorm van een verkennend booronderzoek Daar waar de kabelverbinding in de drie tracévarianten middels een gestuurde boring zal worden aangelegd, worden mogelijk aanwezige archeologische lagen niet of nauwelijks verstoord. Ten aanzien van deze tracédelen adviseert Archol dan ook om ze zonder nader onderzoek vrij te geven. Dit laatste geldt ook voor een relatief laag gebied met getijvlakte in het zuidwesten, waar uit de verschillende perioden (vanaf de prehistorie tot en met de Nieuwe tijd) geen archeologische sporen van bewoning zijn te verwachten.