De bodem bestaat uit kleiige kom- en oeverafzettingen behorende tot de formatie van Echteld. De top van het bodemprofiel bestaat uit een sterk zandige bouwvoor. Het vondstmateriaal is in de onderkant van deze laag op de overgang naar de geroerde komafzettingen aangetroffen. Deze laag is 25 – 45 cm dik en is bijna niet van de bouwvoor de onderscheiden. Onder de komafzettingen is een 30 cm vegetatiehorizont aanwezig. De vegetatiehorizont bevat inschakelingen van mangaan, ijzerspikkels, bot- en schelpgruis en is donkerbruin-grijs van kleur. Deze vegetatiehorizont gaat geleidelijk over in oeverafzettingen.In werkput 1 zijn drie sporen aangetroffen. De vullingen van de drie sporen in werkput 1 zijn onderdeel van reeds aan het maaiveld zichtbare verlagingen. Recentelijke roering van de grond aldaar heeft geresulteerd in een hogere bodemvochtigheid ter plaatse en een mindere mate van compactheid binnen de spoorgrenzen dan in de aanpalende grond.In totaal zijn er 56 vondsten verzameld. De vondsten zijn in de basis van de bouwvoor op de overgang naar de komafzettingen aangetroffen. De meeste vondsten zijn aangetroffen in het midden van werkput 1 waar eveneens de drie verkleuringen tevoorschijn kwamen. In werkput 2 zijn geen verkleuringen en/of sporen aangetroffen. Van de 56 vondsten zijn er twee afkomstig uit werkput 2. Deze vondsten zijn eveneens onderin de bouwvoor aangetroffen.Het gros van het vondstmateriaal dateert uit de Romeinse tijd en kunnen worden toegeschreven aan de activiteiten van het villaterrein uit de Romeinse tijd zuidoostelijk van het plangebied. Het betreft voornamelijk aardewerk en bouwmateriaal. De vondsten zijn sterk gefragmenteerd met hier en daar wat grotere fragmenten. Naast aardewerk en bouwmateriaal is er tevens een Romeinse munt, een 19e-eeuwse munt, ander metaal, dierlijk bot, vuursteen, natuursteen verzameld. De Romeinse munt betreft een as uit de 1e eeuw – 2e eeuw n. Chr. van keizer Augustus. De 19e-eeuwse munt is in erg slechte staat. Wat vastgesteld kon worden is dat het om een 2 centimes muntstuk gaat, geslagen te België. Het vondsmateriaal is in de basis van het bouwvoor op de overgang naar de komafzettingen aangetroffen. De diepte waarop het vondstmateriaal is aangetroffen duidt erop dat de grond van elders is aangevoerd. Mogelijk is dit tijdens agrarische activiteiten gebeurd om het land bijvoorbeeld te egaliseren. Het aantreffen van de Belgische 2 centimes in dezelfde laag als de Romeinse resten versterkt de aanname dat de grond van elders is aangevoerd.Er is geen sprake van een archeologische vindplaats. Het vondstmateriaal dat is aangetroffen bevindt zich in de basis van de bouwvoor op de overgang naar de komafzettingen. Bij de roering ten behoeve van het agrarische gebruik is grond van elders aangevoerd zodat zowel de bouwvoor als de top van de komafzettingen hun min of meer gelijke aard toonde. Het aantreffen van de Belgische 2 centimes in dezelfde laag als de Romeinse resten versterkt de aanname dat de grond van elders is aangevoerd.