Archol BV heeft in opdracht van de gemeente Tilburg een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd langs het Wilhelminakanaal te Tilburg. Aanleiding voor het onderzoek zijn de geplande verbreding van het kanaal en de daarmee gepaarde verstoringen in de bodem. Het onderzoeksgebied bestaat uit vier deelgebieden binnen het verbredingstracé van het kanaal. Het onderzoek vindt in fasen plaats. Dit rapport doet verslag van fase 1, waarin een deel van deelgebied I, een deel van deelgebied II en deelgebied IV zijn onderzocht. Tijdens het proefsleuvenonderzoek van fase I zijn nauwelijks archeologische resten aangetroffen. De sporen bestaan uit enkele paalkuilen, kuilen en twee greppels. De meeste sporen houden verband met de inrichting van de terreinen langs het kanaal aan het begin van de 20e eeuw. De twee greppels, vermoedelijk percelerings- of ontwateringsgreppels, stammen uit een jongere periode van de 20e eeuw. Het ontbreken van overige (oudere) archeologische indicatoren is deels te relateren aan de aftopping van de oorspronkelijke bodemopbouw (tot in de C-horizont) bij egalisatie van percelen. Deze egalisatie heeft hoogstwaarschijnlijk plaatsgevonden tijdens de aanleg van het Wilhelminakanaal in de eerste kwart van de 20e eeuw. Hierbij is in grote delen van het onderzoeksgebied ook een pakket grond opgebracht. Naar aanleiding van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek fase 1 wordt voor de onderzochte terreinen geen vervolgonderzoek geadviseerd.