De bodem in het plangebied is redelijk bewaard gebleven met plaatselijk diepe verstoringen. Bij het onderzoek zijn geen duidelijke wierdelagen vastgesteld. Het onderzoek heeft twee scherven aardewerk opgeleverd die dateren uit de middeleeuwen. Daarnaast zijn enkele jongere vondsten gedaan van onder meer roodbakkend aardewerk. De gevonden scherven aardewerk vormen een sterke aanwijzing dat het plangebied al tijdens de middeleeuwen bewoond was. De grootste kans op archeologische resten lijkt rondom de oostelijke schuur te zijn aangezien daar tweehonderd jaar geleden een boerderij stond. Er kunnen middeleeuwse sporen aanwezig zijn zoals van greppels, funderingen en putten. Het maaiveld in het gebied had van nature een hoogte van ongeveer +1,0 meter NAP. Als middeleeuwse sporen bewaard gebleven zijn dan kunnen die op deze hoogte aanwezig zijn, maar naar verwachting liggen eventuele sporen uit die tijd dieper. Selectie-advies door senior KNA-prospector drs. J.M.G. Bongers. Aangezien eventuele middeleeuwse resten naar verwachting niet of nauwelijks worden bedreigd door de huidige plannen, adviseren wij het hiervoor benodigde graafwerk toe te staan zonder nader archeologisch onderzoek. Wij adviseren om alsnog nader onderzoek te laten uitvoeren als de plannen worden aangepast waardoor dieper dan +0,75 meter NAP gegraven gaat worden of als over een groter oppervlak graafwerk nodig is, bijvoorbeeld door de schuur niet te funderen op poeren maar op een ringbalk. In dat geval adviseren wij nader archeologisch onderzoek in de vorm van proefsleuven. Deze kunnen pas worden aangelegd nadat alle bestaande bebouwing inclusief vloeren is gesloopt en afgevoerd. Een proefsleuvenonderzoek dient te worden uitgevoerd door een daartoe gecertificeerd bureau volgens een vooraf door de bevoegde overheid goedgekeurd Programma van Eisen (PvE). Wij adviseren het slaan van heipalen toe te staan in verband met het geringe oppervlak daarvan. Bevoegde overheid neemt dit advies over.