Tijdens het onderzoek zijn enkele fragmenten aardewerk gevonden die erop duiden dat er al in de vroege middeleeuwen sprake is van bewoning in Vaals. Deze vondsten zijn echter afkomstig uit een verspoelde context. Het merendeel van het aardewerk dateert in de volle en late middeleeuwen. Opvallend waren de vondsten van verschillende stukken ijzerslak in meerdere kuilen. Deze wijzen op lokale metaalproductie. Een bijzondere vondst betreft de muntschat die in een kuil was begraven en afgedekt met takken en stro. In totaal gaat het om 16 zilveren munten en 1 gouden munt. Deze muntschat is begraven in het eind van de 16e of het begin van de 17e eeuw.De jongste archeologische resten kunnen gerelateerd worden aan de komst van Johann Arnold von Clermont, een lakenhandelaar uit Aken. Hij bouwde het Von Clermonthuis, het huidige gemeentehuis, en richtte het in als lakenfabriek. De bouw van het huis startte in 1761. Het achterliggende terrein werd in gebruik genomen als droogveld voor de nieuw geproduceerde lakens. Waarschijnlijk werd de oude perceel indeling heringedeeld en verdween de beek in deze periode onder de grond om dienst te doen als afvoerkanaal. Het terrein werd afgeschermd met een bakstenen muur. Deze muur werd tijdens het onderzoek aangetroffen. Onder deze muur was een stenen goot gelegen, waarmee het afvalwater van de ververij in een natuurstenen riool werd geloosd. Achter het Von Clermonthuis werd eveneens muurwerk aangetroffen. Dit zijn de restanten van een vierde vleugel van de lakenfabriek die gebruikt werd als ververij. Deze vleugel is in de jaren 20 van de vorige eeuw afgebroken.