Opgraving - variant archeologische begeleiding Eksterlaan te Haarlem

DOI

Tussen 16 maart en 14 augustus 2017 heeft Antea Group in opdracht van de gemeente Haarlem een proefsleuvenonderzoek (variant archeologische begeleiding) uitgevoerd aan de Eksterlaan te Haarlem. Het doel van het uitgevoerde proefsleuvenonderzoek was in de eerste plaats het systematisch onderzoeken van het plangebied op de aanwezigheid van archeologische vondsten en/of sporen (karteren). In de tweede plaats diende het onderzoek om de aard, omvang, datering, gaafheid, conservering en inhoudelijke kwaliteit van deze archeologische resten vast te stellen (waarderen). De begeleiding is uitgevoerd in navolging van een archeologisch bureauonderzoek en een verkennend booronderzoek ter plaatse.

Veldfase Na de start op 16 maart 2017 van de actieve archeologische begeleiding van de civieltechnische werkzaamheden is in overleg met de opdrachtgever en de bevoegde overheid besloten om vanaf 31 maart 2017 de werkwijze te wijzigen. In plaats van het begeleiden van de civieltechnische werkzaamheden werd vooruitlopend op de civieltechnische werkzaamheden een archeologische opgraving uitgevoerd. Voor het archeologisch onderzoek in het zuidelijke deel is een addendum op het PvE opgesteld. Het archeologisch onderzoek vond in twee delen plaats: deels een opgraving voorafgaand aan de civieltechnische werkzaamheden, en deels een archeologische begeleiding. Nadat deze conform het PvE waren gedocumenteerd en waar nodig afgewerkt werden deze vervolgens vrijgegeven voor de civieltechnische werkzaamheden. Dit is besloten in verband met de onverwachte hoeveelheid archeologische sporen en vondsten in relatie tot de bij het documenteren van sporen en vondsten in relatie tot de ervaren vertraging van de civieltechnische werkzaamheden.

Er is gedurende de veldfase gewerkt met een kleinere graafmachine en vanaf 31 maart 2017 veelal met een groter veldteam. Voor de zuidelijke weghelft zijn de sleuven als opgraving aangelegd, met uitzondering van het deel ten oosten van de Jephtastraat. Daar vond een archeologische begeleiding plaats. Er is met een gladde bak steeds laagsgewijs verdiept tot op het archeologisch sporenniveau in proefsleuven van 25 meter lengte. Het sporenvlak is vervolgens gefotografeerd en ingemeten met een GPS. Alle sporen zijn gecoupeerd, gedocumenteerd en afgewerkt. Tijdens het afwerken zijn kansrijke sporen bemonsterd voor verder macrobotanisch of daterend onderzoek. Vlakvondsten zijn verzameld in vakken van 5 x 3 meter en het vlak en de stort zijn met de metaaldetector onderzocht. Hoogtematen van het vlak zijn elke 5 meter genomen met de GPS.

Er is in totaal bij het onderzoek tussen 16 maart en 14 augustus 2017 2.984 m2 vlak aangelegd, waarbij in totaal 358 sporen zijn aangetroffen. Hiervan is een klein gedeelte begeleid (16 maart- 30 maart 2017) en het merendeel zelfstandig aangelegd (31 maart 2017-14 augustus 2017). In overleg met de bevoegde overheid is dit niet aangemerkt als afwijking op het goedgekeurde PvE. Wel is er zoals gezegd voor de zuidelijke weghelft een addendum op het PvE opgesteld.

Archeologische resultaten Het aangetroffen bodemprofiel bestond grotendeels uit matig grof geel zand, wat is geïnterpreteerd als Oude Duinafzettingen waarin op sommige plaatsen in depressies Hollandveen is afgezet (afbeelding 6). Daarboven bevond zich een onregelmatige grijze zandlaag (mogelijk oude akkerlaag) met daaronder een archeologisch sporenniveau.

Bovenop het Oude Duinafzettingen bevond zich een ophogingslaag van zwak siltige klei, vermoedelijk daterend vanaf de zeventiende eeuw met daarin veel roodbakkend aardewerk, pijpaarde en bouwpuin. Hier bovenop bevond zich een A-horizont waarin aardewerk is aangetroffen uit de late middeleeuwen B of nieuwe tijd A (S3000). Dit geheel werd afgedekt door een grijs pakket zand van ongeveer 5 cm gevolgd door bouwzand. In grote delen van het plangebied, met name in het noordwesten, zijn meerdere grote verstoringen binnen het hiervoor beschreven bodemprofiel aangetroffen.

Interpretatie Tijdens het archeologisch onderzoek aan de Eksterlaan is één spoor aangetroffen dat vermoedelijk in de bronstijd dateert, en diverse sporen die dateerden uit de ijzertijd. Voor deze periode kan in ieder geval het bedrijven van akkerbouw binnen het plangebied bevestigd worden. Uit de ijzertijd stamt een boomstamput en zijn eergetouwkrassen aangetroffen. Het gebruik van het gebied voor akkerbouw in deze periode wordt bevestigd door de aanwezigheid van meerdere soorten cultuurgewassen in meerdere macro- en pollenmonsters uit ijzertijdsporen.

Voor de periode van de late middeleeuwen en de nieuwe tijd komen er vervolgens bewoningssporen bij, veelal in de vorm van perifere erfsporen. Bij deze middeleeuwse sporen horen ook twee tonputten. Beiden zijn op basis van aardewerkvondsten gedateerd in de late middeleeuwen (1200-1400 na Chr.). Tot het erf behoorde verder onder meer een greppel en een aantal paalkuilen die mogelijk deel uitmaakten van een beschoeiing.

Uit de nieuwe tijd, daterend in de 16e en 17e eeuw, zijn archeologische resten aangetroffen die waarschijnlijk kunnen worden geduid als sporen van een nabij gelegen huiserf. Wellicht gaat het om hetzelfde erf dat ook op de kadastrale minuut van 1811-1832 nog is weergegeven. Naast deze sporen is ook een ophogingslaag aangetroffen met materiaal uit de 18e en 19e eeuw. Naast gebruiks- en bouwaardewerk dateert er een leren zool van een kinderschoen uit deze periode. Aan de hand van de criteria gegeven in de KNA is de vindplaats al gedurende het veldwerk als behoudenswaardig aangewezen, wat heeft geleid tot het opschalen naar een opgraving. Met deze opgraving is de vindplaats (binnen de grenzen van het plangebied) ex situ behouden. Geadviseerd wordt aan opdrachtgever en de bevoegde overheid de nu niet onderzochte delen van de Eksterlaan (buiten de contouren van de begeleide sleuven) planologisch te beschermen. Dit is een advies aan de bevoegde overheid, het uiteindelijk besluit is voorbehouden aan de bevoegde overheid inzake de Erfgoedwet 2016.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/AR/XKMMGO
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/AR/XKMMGO
Provenance
Creator Nater, C.I.; Meulen, B. van der; Koopmanschap, H.J.L.C.
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor Nater, C.I.
Publication Year 2023
Rights CC-BY-NC-SA-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/4.0
OpenAccess true
Contact Nater, C.I. (Antea Group)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/html; application/octet-stream; text/tab-separated-values; image/tiff; application/shx; audio/midi; application/vnd.mif
Size 26362311; 53654278; 6593800; 516096; 487424; 159191; 584; 3020; 19431850; 21238376; 21498690; 22160314; 22039268; 21692194; 21625092; 21603962; 19421856; 21333284; 40367982; 21830550; 19827974; 20019374; 21983932; 19926600; 21490138; 19934768; 19782244; 21854946; 19775038; 21965724; 19434620; 21679434; 36502640; 42049862; 40830922; 21111216; 21321278; 36367448; 36546262; 21415064; 20611834; 21138922; 20897218; 21536764; 21538548; 20204610; 74215; 108; 140; 124; 500; 216389; 35195; 16394; 52019; 348025; 1492; 204; 704; 686; 12584; 254; 1327; 27086; 225; 2412; 5437; 568; 602; 26812; 2676; 857; 1687; 93; 467; 457; 96; 220; 386; 429; 497; 213; 4072; 222500; 173; 1139; 407; 187; 2568; 151; 158; 587; 249; 69; 845; 6045; 2053; 55; 362; 307; 576; 1865; 360; 1740; 1275; 2724; 488; 1149; 1842; 720; 196; 22561; 208; 36192; 512; 46364; 6143; 77491; 14097; 5670; 316; 22999; 880; 34403; 48157; 89; 11214; 19027; 38329; 42; 2689; 84; 4536; 17; 486
Version 2.0
Discipline Humanities