Synthegra B.V. heeft in opdracht van bedrijf XXX een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een verkennend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Eendrachtsweg te Veendam. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen egalisering (ontgronding) van het plangebied.
De oppervlakte van het plangebied bedraagt 17 hectare met een diepte van maximaal 70 centimeter beneden maaiveld. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan.
Het natuurlijke bodemtype is deel verstoord en deels intact. In het noordelijke deel van het onderzochte gebied is de bodem (op een paar uitzonderingen na) intact, in het zuidelijke deel is de bodem in zij geheel verstoord. Dit lijkt ook verband te houden met de hoogte van het gebied. Waar het gebied hoger ligt is de bodem over het algemeen intact, in de lager gelegen delen is de bodem verstoord.
Vuursteenvindplaatsen bestaan voornamelijk uit strooiing van fragmenten vuursteen en ondiepe grondsporen, zoals haardkuilen, en bevinden zich in de bovengrond van de oorspronkelijke podzolgrond. Aangezien de bodem in het noordelijke deel grotendeels intact is, zouden hier nog dergelijke vindplaatsen aanwezig kunnen zijn. Er is in het noordelijke deel ook duidelijk een veldpodzolbodem aangetroffen (Ap-E-B-C of Ap-B-C met eventueel ook een BC tussen de B en C). Verder is er tussen de BC en C horizont een 5 tot 20 centimeter laag bruin compact zand aangetroffen. Dit is waarschijnlijk de top van het oude dekzand, waarin een soort vegetatielaag is ontstaan. Hier bovenop is vervolgens nog jonger dekzand afgezet in een latere periode.
Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor de voorgenomen herinrichting van het plangebied zoals omschreven in de vergunningsaanvraag nader archeologisch onderzoek geadviseerd.
Wij adviseren een vervolgonderzoek in de vorm van een karterend booronderzoek (IVO-K) volgens methode van de Leidraad Karterend Booronderzoek om vast te stellen of in het plangebied archeologische resten aanwezig zijn en zo ja, welke waardering hieraan gegeven kan worden. Er wordt dit vervolgonderzoek geadviseerd voor de dekzandkop in het noorden van het plangebied, in de delen waarin intacte bodemhorizonten zijn aangetroffen en . Dit gebied bedraagt ca. 2,3 ha. waardoor hier 276 boringen gezet dienen te worden. Circa 03, hectare hiervan betreft het monumentterrein wat ontzien zal worden. Hierdoor blijft er 2 hectare over wat neerkomt op 240 boringen. De dubbelbestemming archeologie blijft wel staan voor delen waar de dekzandrug niet ligt, maar waart wel op een dieper niveau intacte bodemhorizonten zijn aangetroffen, deze gebieden worden ontzien van ingrepen. Voor de rest van het plangebied kan de dubbelbestemming komen te vervallen. Hierbij is ook rekeningen gehouden met de verstoorde boringen uit de raai met boorpunten 32 t/m 38, waarbij 32, 33, 36 en 37 verstoord waren. Rondom deze boringen komt de dubbelbestemming ook te vervallen.
