Zandwingebied Q05 Zeewaarts

DOI

In opdracht van Rijkswaterstaat Zee en Delta heeft Periplus Archeomare BV een bureauonderzoek uitgevoerd van het zandwingebied Q05 Zeewaarts op de Noordzee. Aanleiding voor het onderzoek vormde de wettelijke verplichting om archeologisch onderzoek te verrichten als voorgenomen bodemingrepen een bedreiging kunnen vormen voor het bodemarchief.Bij de analyse van de side scan sonaropnamen zijn 213 contacten gerapporteerd. Het merendeel van de contacten bestaat uit kleine, afgeronde objecten met een diameter tot ca 1,5 meter en een hoogte van 0,2 tot 0,4 meter. Waarschijnlijk betreffen dit losgeslagen stukken veen, maar het kan niet worden uitgesloten dat hier ook stenen met een glaciale oorsprong kunnen worden aangetroffen.Op drie locaties binnen het zoekgebied zijn duidelijke antropogene (wrak)resten aangetroffen waarvan niet met zekerheid kan worden gesteld dat deze geen archeologische waarde hebben.Binnen het zoekgebied liggen de resten van het 1956 vergane vrachtschip ‘Sirabuen’ De archeologische waarde van dit scheepswrak van de Sirabuen wordt laag geacht. Uit praktische overwegingen wordt echter geadviseerd om op deze locatie inclusief een bufferzone van 100 meter rondom geen zandwinactiviteiten te plannen.Op twee andere locaties binnen het zoekgebied zijn duidelijke antropogene resten aangetroffen waarvan niet met zekerheid kan worden gesteld dat deze geen archeologische waarde hebben. Zolang de twee locaties met een hoge archeologische verwachting niet nader geïdentificeerd zijn door middel van een duik- of ROV inspectie, wordt geadviseerd om deze locaties inclusief een bufferzone van 100 meter rondom, te ontzien bij de geplande zandwinning en deze locaties gedurende de zandwinactiviteiten te monitoren om eventuele verstoringen in kaart te brengen.Het zoekgebied wordt doorkruist door een actieve gaspijpleiding van Wintershall. Conform de wet en regelgeving geldt een onderhoudszone van 500 meter aan beide kanten. Hier kunnen alleen activiteiten plaatsvinden met toestemming van de eigenaar. Geadviseerd wordt dan ook, om binnen een corridor van één kilometer geen zandwinactiviteiten te plannen.Naast de genoemde locaties kunnen in het gebied nog begraven resten van scheeps- of vliegtuigwrakken voorkomen. Prehistorische in situ nederzettingssporen worden niet verwacht. Vooral onder de 1 tot 5 m dikke holocene laag marien schelpenhoudend zand (Bligh Bank Laagpakket) kunnen wel verspoelde vuurstenen artefacten uit het Midden Paleolithicum en Laat Paleolithicum tot Vroeg Mesolithicum voorkomen.Tijdens de zandwinning in het plangebied kunnen resten aan het licht komen die tot heden volledig waren afgedekt in de waterbodem of niet als archeologisch object is herkend tijdens het geofysisch onderzoek. De uitvoerder is conform de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) verplicht om dergelijke vondsten te melden bij de bevoegde overheid. Deze meldingsplicht voor archeologische vondsten dient in het bestek of Plan van Aanpak van het werk te worden opgenomen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zyp-j7w4
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zyp-j7w4
Provenance
Creator R. van Lil
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor s Brenk, van den; S. van den Brenk (Periplus Archeomare); L.A. Muis (Periplus Archeomare); Periplus Archeomare
Publication Year 2017
Rights DANS Licence; info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; https://doi.org/10.17026/fp39-0x58
OpenAccess false
Contact s Brenk, van den (Periplus Archeomare)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; application/zip
Size 6283210; 20443
Version 1.0
Discipline Humanities