In opdracht van Rijkswaterstaat heeft Sweco Nederland B.V. een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven – variant archeologische begeleiding uitgevoerd naar de locatie Holendrechterweg 37 te Ouderkerk aan de Amstel, gemeente Ouder-Amstel (zie bijlage 1).
De aanleiding voor dit onderzoek is dat Rijkswaterstaat de A9 verbreedt tussen Badhoevedorp en Holendrecht waarbij onder meer aardenwallen worden verwijderd, damwanden worden aangelegd en omliggende gebiedsdelen worden heringericht, o.a. als tijdelijk werkterrein. Een deel van de A9 wordt verdiept aangelegd.
In het bureauonderzoek heeft het plangebied een hoge archeologische verwachting gekregen.1 Het landschap rond het plangebied is grotendeels ontstaan in het Holoceen, van ca. 10.000 jaar geleden tot nu. Na het einde van de laatste ijstijd werd het klimaat steeds warmer. Hierdoor begonnen de ijskappen te smelten, met een snelle stijging van de zeespiegel als gevolg. Door de stijging van de zeespiegel steeg ook het niveau van het grondwater, waardoor in grote delen van West-Nederland 'wetlands', wadden- en kwelder-gebieden met moerassen en zoetwatermeren ontstonden waarin riet en zeggeveen ging groeien (het Basisveen, behorende tot de Nieuwkoop Formatie). Omdat de zee in perioden van hoogwater landinwaarts doordrong werden ook kreken en geulen gevormd waarbij zand- en kleilagen werden afgezet. Vanaf ongeveer 5.500 jaar geleden namen de stijging van de zeespiegel en de invloed van de zee steeds meer af; er ontstonden strandwallen waarop duinen door aanstuiving van zand werden gevormd.
De combinatie van een stijgende zeespiegel, een stijgende grondwaterspiegel en het sluiten van de kustlijn zorgde ervoor dat er in West-Nederland veenmoerassen ontstonden. Dit veen behoort tot de Formatie van Nieuwkoop (Hollandveen) en waterde via kleinere stroompjes af op grotere rivieren, zoals de Amstel.
Vanaf omstreeks de 10e eeuw is de mens begonnen met de ontginning van het veen en vanaf de 11e eeuw zijn de eerste ontginningsnederzettingen ontstaan, in langwerpige linten van boerderijbewoning langs de ontginningsassen. In de Nieuwe Tijd is er sprake geweest van grootschalige turfwinning, waarbij het veen is afgegraven en grote gebiedsdelen onder water zijn komen te staan. Deze plassen zijn vanaf de 18e eeuw grotendeels drooggemalen. Dit betreffen de zogenaamde droogmakerijen. Voor de locatie aan de Holendrechterweg worden resten uit de Late Middeleeuwen en/of Nieuwe Tijd verwacht, relaterend aan bewoning en/of activiteiten langs de Amstel. Deze hoge verwachting voor de periode Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd is mede gebaseerd op de resultaten van het aanvullende bureau en booronderzoek van Synthegra (Archis Zaak ID 2256347100).2 Op basis van de AHN en de Kadastrale Minuut van 1811-1832 kwam naar voren dat er op de oostelijke oever van de Bullewijk een mogelijk
verhoogde woonplaats ligt.
Het veldwerk voor het inventariserende veldonderzoek is verricht op 10, 11 en 14 februari 2022. Het betreft een archeologische begeleiding van een sanering van het plangebied, uitgevoerd door Geonius. De werkput is uitgegraven met behulp van een graafmachine met een 2 m brede bak met gladde rand. De oorspronkelijke ontgravingsdiepte is 0,5 meter, maar omdat het om een sanering gaat is er op enkele plekken verdiept tot ca. 1,5 meter. Dit vanwege het aantreffen van plaatselijke vervuiling in de vorm van olie en asbest.
Tijdens de archeologische begeleiding is er een werkput aangelegd van ca. 555 m² in oppervlakte. De bodemopbouw in het plangebied is grotendeels verstoord en de natuurlijke onderlaag bestaat uit rietzeggeveen. In het plangebied zijn naast een groot aantal recente verstoringen, drie archeologisch relevante sporen aangetroffen. Deze sporen bestaan uit muur en/of funderingsresten. Vondstmateriaal in de nabijheid van deze sporen laat zien dat het hoogstwaarschijnlijk uit de Nieuwe Tijd dateert (18e eeuw). Deze aangetroffen sporen en vondsten hangen vermoedelijk samen met een deel van de huisplaats die staat aangegeven op Kadastrale Minuut uit 1811-1832.
Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek wordt voor het plangebied geen vervolgonderzoek aanbevolen. De voorgenomen bodemingrepen kunnen zonder archeologisch voorbehoud worden uitgevoerd.