In opdracht van Verhoeve Milieu Oost heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Boterstraat 5-7 in Bredevoort (gemeente Aalten). In het plangebied zal een deel van het terrein worden gesaneerd. Het onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of de saneringswerkzaamheden een bedreiging kunnen vormen voor archeologische resten in de ondergrond.In het plangebied kunnen sporen van bewoning uit de Late Middeleeuwen en/of Nieuwe tijd voorkomen. Gezien de ligging van het plangebied in de historische kern van Bredevoort is de kans hierop groot. Ook de aanwezigheid van overblijfselen uit de pre- en protohistorie is niet volledig uit te sluiten. Naast sporen van tijdelijke of permanente bewoning kunnen dumpsites, toevallige of rituele deposities en de resten van bruggen of beschoeiingen voorkomen. De kans dat deze resten in het stedelijke gebied door ‘recente’ bodemingrepen verstoord zijn is echter groot.Om de op het bureauonderzoek gebaseerde gespecificeerde verwachting voldoende te kunnen aanvullen en toetsen, adviseert ADC ArcheoProjecten om in het plangebied tijdens de sloop- en saneringswerkzaamheden in een archeologische begeleiding te voorzien. De archeologische begeleiding dient hetzelfde doel als een inventariserend veldonderzoek door middel van het aanleggen van proefsleuven (IVO-P). Dit betekent dat indien bij de civiele werkzaamheden toch vondsten of archeologische sporen worden aangetroffen, deze worden geregistreerd en, in zover de werkzaamheden dat toelaten, worden gedocumenteerd. De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE).Het verdient verder de aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in de Monumentenwet 1988 en de Wet op de Archeologische Monumentenzorg. Gezien de geconstateerde vervuilingen dient de archeoloog die de begeleiding uitvoert gekeurd te zijn om te werken in vervuilde grond en de cursus ‘Deskundig Leidinggevende Projecten verontreinigde grond’te hebben afgerond. De opdrachtgever dient zorg te dragen voor alle veiligheidsmaatregelen zoals in de CROW 132 zijn vermeld.