SamenvattingTransect heeft in juli 2014 een archeologisch karterend booronderzoek uitgevoerd in een deel van het Sportpark Harga in Schiedam (gemeente Schiedam). De aanleiding voor het onderzoek is een op handen zijnde bestemmingsplanwijziging voor een deel van het Sportpark, die woningbouw mogelijk moet maken. In 2013 heeft reeds een archeologisch verkennend booronderzoek plaatsgevonden (Nales, 2013). Op grond van dit onderzoek hadden drie zones een middelhoge tot hoge archeologische verwachting op de aanwezigheid van archeologische resten (in dit rapport: zone A, B en C). Daarom is een aanvullend karterend booronderzoek voorgesteld om de aan-, dan wel, afwezigheid van archeologische resten in deze zones vast te stellen (IVO-karterende fase). Ook konden een aantal zones in het plangebied als gevolg van puinlagen niet worden onderzocht. In die zones is opnieuw geprobeerd boringen te plaatsen om het beeld dat uit het verkennend booronderzoek naar voren is gekomen te completeren. Onderhavig rapport beschrijft de resultaten van dit onderzoek.Tijdens het veldonderzoek is vastgesteld dat in zone A naar verwachting twee vindplaatsen aanwezig zijn. Deze bevinden zich in het zuidoostelijke deel van deelgebied I, tussen de sportvelden en de Hargalaan en overlappen elkaar. Eén daarvan dateert op grond van de indicatoren en stratigrafische ligging uit de Midden-IJzertijd (500-250 voor Chr.) en één uit de Late Middeleeuwen (1050-1500 na Chr.), hoogstwaarschijnlijk vanaf 13e-14e eeuw. Deze plekken kennen hiermee een hoge archeologische verwachting op het aantreffen van (nederzettings-)resten. De rest van de te karteren zones in het plangebied (delen van zones A, B en C) kennen vooralsnog een middelhoge tot hoge archeologische verwachting. Op die plaatsen was het niet mogelijk boringen te plaatsen door het ontbreken van betredingstoestemming op de kunstgrasvelden. Ook waren in de te karteren zones in zone C dermate veel kabels en leidingen aanwezig, dat daar geen onderzoek gedaan zou kunnen worden zonder risico op schade aan de leidingen.De boringen aanvullend op het verkennend booronderzoek zijn geplaatst, hebben geen aanwijzingen voor nieuwe vindplaatsen opgeleverd. Landschappelijk lagen deze plekken laag en naar verwachting nat, of was er sprake van enige erosie. Ook zijn daar geen archeologische indicatoren of afwijkende bodemeigenschappen waargenomen.AdviesHet verdient de aanbeveling om de vindplaatsen als hoge verwachtingszone met een dubbelbestemming ’Waarde-Archeologie’ in het nieuwe bestemmingsplan op te nemen. Dit gebied komt daarbij overeen met de contouren van de vindplaats in bijlage 6. Wanneer de dubbelbestemming in een te realiseren woonwijk niet behouden kan blijven, verdient het de aanbeveling de resten binnen de vindplaats archeologisch te waarderen, zodat de behoudenswaardigheid kan worden vastgesteld. Op basis hiervan kan de gemeente Schiedam een selectiebesluit nemen voor eventuele vervolgmaatregelen. Het waarderend onderzoek kan worden uitgevoerd in de vorm van een proefsleuvenonderzoek. Voor dit onderzoek dienen de werkwijze en randvoorwaarden voor de uitvoering te worden vastgelegd in een Programma van Eisen (PvE), dat door de gemeente Schiedam dient te worden beoordeeld en goedgekeurd.