In opdracht van KuiperCompagnons heeft Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek verricht voor een plangebied in de gemeente Woerden. KuiperCompagnons is betrokken bij de bestemmingsplanwijziging in het kader van de nieuwbouw van woningen aan de Ambachtsheerelaan te Harmelen, gemeente Woerden. Het plangebied is momenteel in gebruik als grasland met enkele boomgaarden, kassen en woningen en heeft een oppervlak van ca. 3,3 hectare (deelgebied A) en 0,85 ha (deelgebied B). Het deelgebied A zal als eerste worden ontwikkeld. Het veldonderzoek is daarom alleen uitgevoerd binnen deelgebied A; het bureauonderzoek geldt voor deelgebied A en B. De concrete aard en omvang van de geplande ingrepen binnen het plangebied (zowel deelgebied A als B) is nog onbekend maar gezien de voorgenomen nieuwbouw van woningen zullen de ingrepen mogelijk tot in de archeologisch relevante niveaus reiken. Voorafgaand aan de ontwikkelingen dient in kaart gebracht te worden of zich binnen het onderzoeksgebied behoudenswaardige archeologische resten (zouden kunnen) bevinden, die tegen de achtergrond van de bodemingrepen gevaar lopen. Het plangebied heeft op de gemeentelijke archeologische beleidskaart een hoge archeologische verwachting. Het plangebied bevindt zich ter plaatse van een kronkelwaard, op de noordoever van de Oude Rijn. Er heeft slechts beperkte bodemvorming plaatsgevonden, in het plangebied komen kalkhoudende poldervaaggronden voor. Tijdens het veldonderzoek binnen deelgebied A is geconstateerd dat de bodemopbouw onder een verstoorde bouwvoor van ongeveer 30 tot 80 cm intact is. Het materiaal is grotendeels afgezet ten tijde van de zuidwaartse verplaatsing van de watervoerende geul van de Oude Rijn. Onderin het profiel is matig tot zeer grof beddingzand aanwezig. Naar boven toe wordt het materiaal kleiiger, dit deel van het profiel is als kronkelwaardafzettingen geïnterpreteerd. Gezien deze interpretatie van het sediment gecombineerd met de bijbehorende geologische ontwikkeling van de beddinggordel van de Oude Rijn tot aan de afdamming in 1122 na Chr. is de verwachting op bewoningssporen voorafgaand aan de Late Middeleeuwen laag. Tijdens het veldonderzoek zijn in de boringen geen primaire of secundaire archeologische indicatoren aangetroffen. Hierbij dient vermeld te worden dat het onderzoek verkennend van aard was en niet tot doel had om archeologische indicatoren op te sporen. Er is geen aanwijzing voor een archeologische vindplaats aangetroffen.
Issued: 2016-10-27