ADC ArcheoProjecten heeft in oktober 2020 een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor de locatie Prins Mauritslaan ongenummerd (kadastraal perceel 4180) te Leersum, gemeente Utrechtse Heuvelrug. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen bouw van vier appartementen. Hierbij zal de bodem worden geroerd. De exacte verstoringsdiepte is nog onbekend. De bodem zal naar verwachting in ieder geval 50 tot 100 cm diep worden geroerd. Als het gebouw wordt onderkelderd, zal diepere verstoring optreden. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied zich op een smeltwaterafspoelingswaaier bevindt aan de voet van een stuwwal die onderdeel uitmaakt van de Utrechtse Heuvelrug. Deze ligging in een gradiëntzone is gunstig geweest voor menselijke activiteit in het verleden. Het plangebied ligt in een gebied waar hoge zwarte enkeerdgronden voorkomen. Deze gronden zijn van oudsher geliefde vestigingsplaatsen. Op basis van de landschappelijke context en vindplaatsen in de nabije omgeving kunnen in het plangebied archeologische waarden uit met name de periode Neolithicum – Vroege Middeleeuwen worden verwacht. Gelet op een nabijgelegen vindplaats waar bewoningsresten zijn getroffen uit de periode IJzertijd tot en met de Merovingische tijd en daarnaast vuursteen- en aardewerkvondsten uit het Laat-Neolithicum tot de (vroege) Bronstijd, is de kans aanwezig dat binnen onderhavig plangebied archeologische resten en grondsporen voorkomen. Om de gespecificeerde verwachting te toetsen en zo mogelijk aan te vullen is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Het doel hiervan is het bepalen van de intactheid van de bodem en het controleren en zonodig aanvullen van de archeologische verwachting. In het plangebied zijn verspreid over het terrein 5 boringen gezet. Hieruit blijkt dat de bodem bestaat uit een plaggendek met hieronder een restant van een podzolprofiel in de vorm van een bruine B-horizont en/of een bruingele BC-horizont, op een diepte van 70 tot 130 cm -mv. In het plaggendek zijn enkele fragmenten baksteen en nieuwetijds aardewerk (mestaardewerk) aangetroffen. De hoge archeologische verwachting kan worden gehandhaafd. Het aangetroffen plaggendek kan een beschermende werking hebben gehad op eventueel aanwezige bewoningssporen in de onderliggende B/BChorizont en de top van de C-horizont. Eventueel aanwezige vindplaatsen uit de periode Neolithicum - Vroege Middeleeuwen kunnen goed bewaard zijn gebleven zijn aangezien een gedeeltelijk intacte podzolbodem voorkomt onder het esdek. Voor bewoningssporen uit latere perioden is een intact podzolprofiel van minder belang. Archeologische resten en grondsporen kunnen in ieder geval vanaf een diepte van 70 cm –mv worden verwacht.