In de Marnixlaan en in aansluitende straten die vallen onder het plangebied “westelijke stadsboulevard” hebben grootschalige herinrichtingswerkzaamheden plaatsgevonden met het doel de verkeersafwikkeling, de verkeersveiligheid en de leefbaarheid te vergroten. Ook waren de nodige bodemingrepen nodig voor de aanleg of vervanging van parkeervakken, bushaltes, kabels en leidingen, het plaatsen van kolken, het graven van boom- en plantvakken en het aanbrengen van grondverbetering onder de straat. Omdat een deel van deze graafwerkzaamheden zouden plaatsvinden op het kloosterterrein van het Kartuizerklooster Nieuwlicht (1392-1580) en de vrijstellingsgrenzen voor bodemingrepen zouden worden overschreden, heeft het bevoegd gezag besloten dat de werkzaamheden vergunningsplichtig waren en archeologisch moesten worden begeleid. Deze begeleiding is uitgevoerd vanaf 11 november 2022 tot en met 2 juni 2023 door archeologen van de afdeling Erfgoed van de gemeente Utrecht.

Tijdens het begeleiden van de werkzaamheden bleek de bodem op meerdere locaties en vaak tot een dieper niveau verstoord dan vooraf werd verwacht. Dit is waarschijnlijk hoofdzakelijk te wijten aan de rioleringen die onder de bestrating van de Marnixlaan, Van Hoornekade, Nieuwlichtstraat en Laan van Chartroise zijn aangebracht tussen 1979 en 2001. Hierdoor zijn er slechts twee relevante archeologische sporen gedocumenteerd. Eén van de twee sporen is een fundering die mogelijk uit de jaren vijftig van de vorige eeuw stamt. Diverse foto’s vormen bewijs voor het gebouw waartoe deze fundering behoort heeft. Waarschijnlijk maakte dit gebouw onderdeel uit van één van de twee scholen die zich aan de overzijde van de Marnixlaan bevonden.

De andere muur die gevonden is tijdens dit onderzoek, behoort wél tot klooster Nieuwlicht. Deze muur bevond zich aan de westzijde van de rotonde tussen de Van Hoornekade en de Laan van Chartroise. In het verleden zijn enkele meters ten oosten van deze muur diverse funderingen gevonden die behoren tot een kloostergebouw dat hoogstwaarschijnlijk een seculiere functie gehad heeft. De locatie en vergelijkbare oriëntatie doen vermoeden dat ook de muur die bij dit onderzoek gevonden is, deel heeft uitgemaakt van een dergelijk gebouw. Mogelijk dat bij toekomstig onderzoek meer resten van dit gebouw tevoorschijn komen.