ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN ALMERE 44

DOI

Het plangebied 3Z2 De Vaart II Bolderweg ligt binnen bedrijventerrein De Vaart II in Almere Buiten. Het betreft een regulier uit te geven kavel. De kavel is 6.470 m2 groot. Om de archeologische waarde te kunnen beoordelen is in het kader van het archeologisch bureauonderzoek een onderzoeksgebied aangehouden, dat het plangebied inclusief een zone van circa 1000 meter hier omheen omvat. Het doel van het bureauonderzoek is een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel voor het plangebied op te stellen door bekende en te verwachten archeologische waarden en andere voor het onderzoek relevante gegevens te inventariseren. Aan de hand hiervan wordt bepaald of en wat voor soort archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk is.Uit het archeologisch bureauonderzoek blijkt dat in het plangebied geen bekende archeologische waarden liggen. Op de IKAW heeft het plangebied een lage archeologische verwachting voor wat betreft steentijd vindplaatsen. Uit onderzoek elders in Almere is gebleken dat de 'voorspellende waarde' van de IKAW beperkt is. Indien de IKAW gebruikt zou worden als een selectie instrument, dan heeft dat al te snel tot resultaat dat uiteindelijk een niet-representatieve populatie van archeologische vindplaatsen ontdekt zal worden.Binnen het plangebied is geen sprake van archeologische vondstmeldingen of waarnemingen. In het onderzoeksgebied liggen vier archeologische waarnemingen. Binnen het onderzoeksgebied, maar buiten het plangebied, staan verschillende onderzoeksmeldingen geregistreerd. Deze zijn niet van bijzondere betekenis voor wat betreft de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied.In het plangebied ligt het dekzand op circa 8 tot 11 m min NAP. Het plangebied ligt op de zuidelijke uitloper van een noord-zuid georiënteerde dekzandrug die circa 3 meter hoger ligt dan het omliggende dekzand. Oude Zeeklei Afzettingen komen in het plangebied tussen 5 en 8 meter min NAP voor en zijn tot maximaal 3 meter dik (Menke e.a. 1998).Op basis van het voorliggende bureauonderzoek kan worden gesteld dat in het hele plangebied prehistorische nederzettingsresten aanwezig kunnen zijn op plaatsen waar de top van het dekzand intact is en eventueel in Oude Getijden Afzettingen. Gezien de hoogteligging van het dekzand van 8 tot 11 meter beneden NAP en gezien de relatieve zeespiegelcurve zullen eventueel aanwezige archeologische resten in de top van het dekzand ouder zijn dan circa 5.000 voor Chr. Dit betekent dat zij zullen dateren uit de Midden-Steentijd (Mesolithicum / circa 8.800 ? 5.300 voor Chr.) en vroege fase van de Nieuwe-Steentijd (Vroeg-Neolithicum A / circa 5.300-4.900 voor Chr.). Ook kunnen in het dekzand archeologische waarden uit de laatste fase van de Oude-Steentijd, het Jong-Paleolithicum (circa 18.000-9.600 v.Chr.), worden verwacht. Dergelijke vindplaatsen zijn te verwachten in bodemlagen die verband houden met de Bølling en Allerød interstadialen, zoals veen (sterk samengedrukt) en de 'Laag van Usselo'. Ook in het Jong Dekzand 1 (Vroege Dryas stadiaal) en Jong Dekzand 2 (Late Dryas stadiaal) kunnen dergelijke vindplaatsen worden verwacht.Voor wat betreft de Oude Getijden Afzettingen, specifiek de Oude Zeeklei Afzettingen, is de archeologische verwachting afhankelijk van het voorkomen van oeverwallen i.c. gerijpte klei. In het geval in het plangebied oeverwallen voorkomen, kunnen zich hierin archeologische waarden bevinden. Gezien de beschikbare dateringen van Oude Zeeklei Afzettingen, dateren eventuele archeologische waarden uit de periode tussen circa 5.000 en 4.000 voor Chr., dat wil zeggen uit het Vroeg-Neolithicum B (circa 4.900-4.200 voor Chr.) en uit het Midden-Neolithicum A (circa 4.200- 3.400 voor Chr.). Daarnaast kunnen in het plangebied in de jongere afzettingen, zoals detritus, Sloef-/Almere en Zuiderzeeafzettingen scheepswrakken, scheepsonderdelen en scheepsladingen of delen hiervan verwacht worden.De vigerende wettelijke en beleidsmatige kaders in ogenschouw nemende en overwegende dat:Het onderhavige project op basis van het gemeentelijke archeologiebeleid niet onder de in hoofdstuk 3 genoemde uitzonderingsregeling valt;Het plangebied grotendeels binnen een selectiegebied zoals op de nog vast te stellen Archeologische Beleidskaart Almere (ABA) valt;In het plangebied geen bodemingrepen hebben plaatsgehad waarbij de meest relevante van de mogelijk archeologievoerende lagen zijn verstoord;In het plangebied zeker twee archeologische niveaus aanwezig zijn, namelijk de top van het dekzand en Oude Getijden Afzettingen, waarin prehistorische resten bewaard kunnen zijn gebleven;De voorgenomen ingrepen de eventueel aanwezige archeologische resten kunnen beschadigen, onbereikbaar maken en/of kunnen vernietigen;Er nog geen effectieve mogelijkheden voorhanden zijn om naar scheepsresten en scheepsladingen te zoeken;Wordt geadviseerd:Archeologisch vooronderzoek uit te voeren. Dit kan uit meerder fasen bestaan. De eerste fase bestaat uit een verkennend booronderzoek. Ten behoeve van het verkennend booronderzoek is een programma van eisen opgenomen.

Plangebied 3Z2 De Vaart II Bolderweg

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zyf-2ssj
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zyf-2ssj
Provenance
Creator Bureau Archeologie en Monumentenzorg; gemeente Almere; Kerkhoven, A.A.
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M. Dahhan; Bureau Archeologie en Monumentenzorg; gemeente Almere
Publication Year 2015
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact M. Dahhan (Gemeente Almere)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 1312480; 9288; 9626; 901; 5515
Version 1.0
Discipline Humanities