De onderzoekslocatie ligt volgens de Archeologische Beleidskaart van de gemeente Papendrecht (2012) deels in een zone Middeleeuwse dijk: middelhoge archeologische verwachting en deels in een zone Komgebied: middelhoge archeologische verwachting. Binnen de Reparatie Beheersverordening Papendrecht (2021) geldt voor het zuidelijke deel (zone Middeleeuwse dijk) de Waarde – Archeologie. Op basis van het bureauonderzoek wordt duidelijk dat het plangebied in een dynamisch gebied ligt. In de ondergrond van het plangebied worden er afzettingen van het estuarium van de Oude Rijn en een gestapeld landschap verwacht. Het plangebied ligt op een middelhoge oeverwal, direct aan de huidige loop van de Rijn. De top van de afzettingen uit het Weichselien bevindt zich op circa 12 – 15 meter -NAP. Vanwege de diepe ligging is er geen tot onvoldoende informatie voorhanden over dit landschap. Op basis hiervan kan er geen nader gespecificeerde archeologische verwachting voor de periode laat-paleolithicum gegeven worden. Door de stijging van de relatieve zeespiegel werd de omgeving van het plangebied slecht bewoonbaar in het mesolithicum. Alleen op zandige oeverwallen van getijdengeulen kan sprake zijn geweest van gunstige bewoningsomstandigheden. Echter wegens het ontbreken van informatie over de intactheid en bodemopbouw van dit landschap is kan hier ook geen nader gespecificeerde archeologische verwachting voor de periode gegeven worden. De omgeving van het plangebied bestond tijdens het laat-neolithicum en de bronstijd uit een veenlandschap. Dit landschap bestaat uit een nat milieu en vormt geen gunstige plek voor bewoning. Op basis hiervan geldt er een lage verwachting voor de periode neolithicum tot en met bronstijd. Ten westen en oosten van het plangebied ligt de stroomgordel van Papendrecht, die actief was van de ijzertijd tot in de Romeinse tijd. Het plangebied ligt naar verwachting in het komgebied van de stroomgordel van Papendrecht en is daarom minder geschikt voor bewoning. Op basis hiervan geldt er een lage verwachting voor de periode ijzertijd tot en met vroege middeleeuwen. Het plangebied ligt aan de bedijkte weg Oosteind en maakt deel uit van het historische bebouwingslint van Papendrecht- Oosteind. Uit historisch kaartmateriaal blijkt dan ook dat een nagenoeg aaneengesloten bebouwingslint aanwezig is. Ook in het zuidelijke deel van het plangebied is begin 19e eeuw een woonhuis aanwezig. Gezien de ligging aan het historische
bewoningslint is het goed mogelijk dat het woonhuis uit begin 19e eeuw verder in de tijd teruggaat of voorgangers heeft dat tot de (late) middeleeuwen teruggaat. Op basis van deze gegevens geldt voor het plangebied een hoge verwachting voor de periode late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd. Op basis van het uitgevoerd verkennend veldonderzoek middels boringen kan worden gesteld dat in het plangebied de natuurlijke afzettingen vooral zijn gevormd in een komgebied van de stroomgordel van Papendrecht. In het zuidelijk deel is de bodem tot op relatief grote diepte verstoord. Om deze redenen wordt de archeologische verwachting voor de periode late middeleeuwen – nieuwe tijd bijgesteld naar laag. Voor de periode neolithicum – vroege middeleeuwen was deze al laag. Voor het plangebied wordt om bovenstaande redenen geen archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk geacht.