In opdracht van gemeente Heerlen heeft BAAC de sloop van de bebouwing in het plangebied Schinkelkwartier Zuid archeologisch begeleid. Het archeologische onderzoek was een proefsleuvenonderzoek ? variant archeologische begeleiding waarin eventueel een start naar een opgraving was voorzien. Het voornaamste doel van het onderzoek was om vast te stellen of er archeologische resten aanwezig waren die door de sloop werden bedreigd.Het onderzoek vond plaats op verschillende momenten tussen 10 december 2018 en 2 juli 2019. Gedurende de werkzaamheden is van een intensieve begeleiding overgegaan naar een inspectie na de sloopwerkzaamheden. Dit was enerzijds omdat de sloop een relatief geringe verstoring veroorzaakte in grond die door de bouw al geroerd was. Anderzijds waren de sloopwerkzaamheden zodanig dat bij de sloop van diepere delen (fundering en betonnen poeren) het niet mogelijk was eventuele archeologie goed waar te nemen. Eind mei bleek echter een groot deel van het terrein aan de Promenade al gesloopt en ontgraven zonder dat er een afspraak voor een inspectie was gemaakt. Hieropvolgend is de veldwerkstrategie gewijzigd en is dit deel van het terrein grotendeels vlakdekkend onderzocht. Het laatste deel van de werkzaamheden bestond uit het verwijderen van bovengrond onder OCE-begeleiding, wat ook archeologisch begeleid is.Tijdens het onderzoek zijn slechts enkele archeologische resten aangetroffen. Het gaat om een handvol kuilen en uitbraaksleuven die dateren in de nieuwe tijd. Waarschijnlijk zijn dit de uitbraaksleuven van de bebouwing uit de 20e eeuw. Uit de late 19e eeuw en vroege 20e eeuw is ook glas en aardewerk gevonden. Een paar Romeinse scherven die zijn gevonden komen allemaal uit een verstoorde context. In het plangebied werd de Romeinse weg, de Via Traiana, verwacht. Deze noord-zuid lopende weg verbond Aken met Xanten. De weg is niet aangetroffen. Dit kan komen door de grote verstoringen van de bodem. Een andere optie is dat de weg verder naar het oosten heeft gelegen. Uit de bodemopbouw blijkt dat het plangebied grotendeels binnen de contouren van een zogenaamd droog dal ligt. Dit is een dal dat tijdens de laatste ijstijd is opgevuld met verspoelde loss. Ten westen van het droge dal lijkt zich een smal lossplateau of ?glooiing te bevinden direct grenzend aan het beekdal van de Geleenbeek. Het noordoostelijke deel van het plangebied ligt vermoedelijk grotendeels op een lossplateau dat ligt ingeklemd tussen de Geleenbeek in het westen en de Caumerbeek in het oosten. Op deze relatief hoog gelegen vlakte komt een losspakket voor met daarin een (grotendeels)onthoofde brikgrond.De aangetroffen archeologische resten vormen samen een vindplaats uit de nieuwe tijd die als niet behoudenswaardig wordt gewaardeerd. Wat betreft deze vindplaats is er geen verder vervolgonderzoek nodig.