Tijdens de archeologische begeleiding in Heel zijn vijf sporen en vijftien vondsten aangetroffen. De sporen betreffen twee rioolgoten, een greppel en een kuil. Om de rioolgoten (sporen 1 en 3) te dateren zijn er twee handgevormde bakstenen van de rioolgoten bekeken door de materiaal specialist. Op basis van het baksel en de afmetingen is duidelijk dat het handgevormde bakstenen zijn uit de 17e tot eerste helft 19e eeuw. De bakstenen waren bedekt met kalkmortel, wat werd gebruikt tot ongeveer 1870. In de sporen is vondstmateriaal aangetroffen, grotendeels bestaande uit afval zoals dierlijk botmateriaal en gefragmenteerd aardewerk. De sporen en vondsten die zijn aangetroffen staan in relatie met de historische bebouwing en gebruik van het plangebied in de 19e en 20e eeuw.De vindplaats die is aangetroffen in Heel kan gedateerd worden in de Nieuwe tijd. De sporen en vondsten waren over het algemeen van slechte kwaliteit door verstoringen. Het vondstmateriaal was sterk gefragmenteerd en aangetast. Verder zijn de aangetroffen sporen niet bijzonder. Op basis van deze gegevens is de vindplaats niet behoudenswaardig.