ADC ArcheoProjecten in maart 2025 een bureauonderzoek uitgevoerd naar de kans op de aanwezigheid van archeologische waarden op de locatie Swinhaven te Zwijndrecht. De aanleiding voor het onderzoek zijn de voorgenomen baggerwerkzaamheden in de haven, waarvoor mogelijk een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd.
Oorspronkelijk bevinden, of bevonden, zich in de ondergrond afzettingen van meanderende rivieren die ter plaatse van het plangebied onder invloed stonden van de getijdenwerking van zee, en die in de omgeving (bedding)zand en klei afzetten (Formatie van Echteld). Langs de rivieren ontstonden kleiige oeverwallen, verder van de rivier af de komgebieden, waar veengroei plaatsvond (Hollandveen, Formatie van Nieuwkoop). Alleen de hoger gelegen delen zoals de oeverwallen waren geschikt voor bewoning en andere activiteiten zoals akkerbouw; de omgeving kan voor jacht en visvangst benut zijn geweest. Er is een lage kans op de aanwezigheid van archeologische resten uit de late prehistorie. De Oude Maas begon omstreeks 500 v.Chr. als kleine getijdenrivier, maar verbrede aanzienlijk in de Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen. Het plangebied kwam destijds in een zone van kwelders en riviervlakten te liggen, die mogelijkheden boden voor jacht en visvangst, mogelijk ook voor (kleinschalige) veeteelt. Er is een lage kans op de aanwezigheid van archeologische resten uit de Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen.
Vanaf de Late Middeleeuwen wordt het veen in de omgeving ontgonnen en wordt de rivierloop middels waterkerende dijken vastgelegd. Het plangebied komt door de aanleg van de Lindtsedijk vanaf 1331 buitendijks te liggen en overstroomde bij hoog water regelmatig. Het gebied was zeer nat en wordt begin 19e eeuw als rietland gebruikt. Pas in de 2e helft van de 20e eeuw wordt het gebied ingepolderd middels de aanleg van kaden, kribben en sloten. De haven wordt aangelegd omstreeks 1975, waarna industriegebied “Groote Lindt” zich verder ontwikkeld. Er is een lage kans op resten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd.