Bureauonderzoek, Verkennend- en Karterend Booronderzoek Archeologie Plangebied Sondernweg/Zomerweg te Aalten, gemeente Aalten

DOI

Het plangebied ligt op een dekzandrug waarop in het noordelijke deel sprake is van een enkeerdgrond en in het zuidelijke deel sprake is van een veldpodzolgrond. Door het geplande bedrijventerrein wordt het perceel afgevlakt en dieper dan 60 cm-mv verstoord. Volgens het archeologische beleid heeft het gebied een hoge verwachting en moet archeologisch vooronderzoek worden uitgevoerd gezien het plangebied groter dan 500 m2 is en de verstoring dieper dan 40 cm-mv bedraagt. Op historische kaarten is geen bebouwing bekend in het plangebied op één woning na in het zuidoostelijke deel. Enkele wegen en perceelsgrenzen in het plangebied zijn uit het verleden bekend en zijn niet meer aanwezig. Gezien de omvang van het plangebied, de aanwezigheid van vindplaatsen vanaf de Steentijd in de omgeving en de verwachte onverstoorde bodem, wordt een karterend booronderzoek geadviseerd. In totaal worden 25 boringen gezet, verdeeld over het plangebied. Voorafgaand aan het veldonderzoek zijn van de opdrachtgever de aangepaste definitieve inrichtingsschetsen ontvangen, waardoor het oorspronkelijke boorplan tussentijds iets gewijzigd is. Omdat de afzonderlijke bouwvlakken nog niet uitgezet waren, is gekozen voor een meer gedifferentieerde aanpak. Hierbij zijn op 10 oktober 2016 in totaal 31 boringen verspreid over het plangebied gezet in een 40 x 50 meter grid, waarbij meer boringen en afwisselend verkennende en karterende boringen zijn gezet. Hiermee is een vlakdekkend beeld verkregen van de mate van intactheid van de bodemopbouw in het plangebied en was het tevens mogelijk om de aan- of afwezigheid van archeologische vindplaatsen te toetsen. Uit het booronderzoek blijkt dat in het plangebied van oorsprong een veldpodzol aanwezig was, die door ontginning van de voormalige heide en door ploegen deels vermengd is geraakt met de eerdlaag. Na ontginning is een plaggendek gevormd, dat afgedekt wordt door een subrecente bouwvoor. In het centrale deel van het plangebied is de dikte van de holocene deklaag maximaal 130 cm. Aan de flanken is de dikte van de holocene deklaag maximaal 50 cm. In de basis van het plaggendek zijn een aantal fragmentjes kogelpotaardewerk gevonden, die erop wijzen dat het plaggendek vanaf de 12e of 13e eeuw gevormd is. De subrecente bouwvoor is niet ouder dan de 19e eeuw. Op grond van het uitgevoerde archeologisch onderzoek kunnen in het centrale deel van het plangebied gebouwsporen van een historisch erf worden verwacht in de top van het dekzand op een diepte van maximaal 130 cm-mv. Ook kunnen oudere vindplaatsen uit de Steentijd op voorhand niet worden uitgesloten. Hiervoor zijn echter geen aanwijzingen voor aangetroffen zoals fragmenten bewerkt vuursteen of fragmenten van neolithisch aardewerk.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-2b2-bvtx
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-2b2-bvtx
Provenance
Creator E.E.A. van der Kuijl
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor EEA Kuijl, van der; Hamaland advies vof
Publication Year 2017
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact EEA Kuijl, van der (Hamaland Advies)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 6942; 6900; 980; 4058; 10466420
Version 1.0
Discipline Humanities