In opdracht van Portaal heeft archeologisch onderzoeksbureau IDDS Archeologie op 23-24 oktober, 25-28 november en 4 en 11 december 2019 en op 16-17 maart 2020 onderzoek uitgevoerd in deZeeheldenbuurt in het oosten van Leiden. Het onderzoek bestond uit zowel een proefsleuvenonderzoekvariant archeologische begeleiding als een inventariserend veldonderzoek door middel vanproefsleuven. Het onderzoek is uitgevoerd voor de voormalige woonblokken aan de Evertsentraat 31-37a en 32-48a, Van Speykstraat 1-23 en 12-42, Trompstraat 25-31 en Munnikenstraat 1a en 1b.Het uitgangspunt van het Programma van Eisen was een begeleiding van de ondergrondse sloop eneen proefsleuvenonderzoek met mogelijke doorstart naar een opgraving. Tijdens het veldwerk is deelsafgeweken van deze insteek en is in nauw en herhaaldelijk overleg met het bevoegd gezag gekozenvoor een combinatie van de strategieën. De reden hiervoor is dat de aanwezige funderingen niet reiktentot het archeologisch niveau. Daarom zijn sommige werkputten aangelegd op het archeologisch niveauin het kader van de archeologische begeleiding (WP1, WP2, WP4 en WP5). Bij de begeleiding is diepergegraven dan nodig was voor de sloop, zodat een vlak aangelegd kon worden op het archeologischniveau. Daarom voldeden deze werkputten tevens als proefsleuven. De resultaten van het onderzoekgaven geen aanleiding voor een doorstart naar een opgraving, waardoor verder onderzoek niet nodigwas.De deelgebieden zijn in fasen onderzocht. Voorafgaand aan het slopen bij de deelgebieden is na hetonderzoek van WP1-3 eerst een kijkgat aangelegd om te onderzoeken of de te slopen funderingen totin het archeologisch niveau reikten (WP9-10). Dit bleek niet het geval, waardoor een verderesloopbegeleiding niet is uitgevoerd. In de nog niet onderzochte zones zijn vervolgens nog proefsleuvenaangelegd (WP6-8). Ook deze resultaten gaven geen aanleiding tot vervolgonderzoek. Daarmee is hetonderzoek afgerond.De resultaten van het onderzoek sloten aan bij wat bekend was van het gebruik van het plangebiedvoor het bouwrijp maken in de 20e eeuw. Het gebied was als tuingrond in gebruik. De aangetroffensporen bestaan uit sloten, greppels, kuilen en een paadje. Deze sporen getuigen van het extensievegebruik van het plangebied.