In opdracht van Lobs Makelaardij BV heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor een plangebied aan de Doornweg in Westvoorne. In het plangebied is de nieuwbouw van woonhuizen gepland. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een projectprocedure ten behoeve van een wijziging in het bestemmingsplan en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.Op basis van het bureauonderzoek werd in de top van intact Hollandveen en/of afzettingen van de Formatie van Naaldwijk archeologische resten uit de IJzertijd en Romeinse tijd verwacht. De meeste typen archeologische resten (bot, houtskool, aardwerk, metaal) zullen door de natte en zuurstofloze condities goed zijn geconserveerd.Teneinde deze verwachting te toetsen werd in het plangebied een booronderzoek (specificatie VS03) uitgevoerd.In het noordwestelijk deel van het plangebied is in boringen 5 en 6 geoxideerd veen aangetroffen op een diepte vanaf 220 cm -mv.Dit veraarde veen is nog intact en is potentieel gunstig geweest voor bewoning in de Late-Bronstijd/ Vroege-IJzertijd. ADC ArcheoProjecten adviseert om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling met uitzondering van de noordwestelijke strook rond boringen 5 en 6. Wanneer er geen planaanpassingen kunnen worden toegepast dan adviseert ADC ArcheoProjecten om een karterend booronderzoek te laten uitvoeren op de noordwestelijke strook ter hoogte van boringen 5 en 6. Het is voor het overige deel van het plangebied echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij het bevoegde overheid, zoals aangegeven in de Monumentenwet. Met betrekking tot de onderzoeksresultaten en het uitgebrachte advies dient contact te worden opgenomen met de bevoegde overheid.