In opdracht van Stichting Landgoederen, mevrouw A. van Lynden heeft RAAP op 14 en 19 oktober 2015 een archeologische begeleiding uitgevoerd (conform protocol opgraven) in verband met geplande nieuwbouw in de gemeente Voorst. De aanleiding van het onderzoek waren nieuwbouwwerkzaamheden ter plaatse van de onderzoekslocaties Sonneberg en Konijnenbosch.Het primaire doel van deze archeologische begeleiding was om vast te stellen of zich binnen de te verstoren delen behoudenswaardige archeologische sporen en/of resten bevinden. Door deze resten vervolgens ex situ veilig te stellen wordt daarmee informatie behouden die van belang is voor kennisvorming over het verleden.Ter hoogte van locatie Konijnenbosch kwamen zowel kuilen, funderingen, als een zinkput tevoorschijn. Aangezien in een kuil zowel een scherf protosteengoed, groot formaat bakstenen (kloostermoppen) als verbrande leem werd aangetroffen is dit een sterke aanwijzing voor sporen van bebouwing in het midden van de 13e eeuw. Deze datering is vergelijkbaar met de veronderstelde eerste bouwperiode van de Nijenbeek rond 1230 AD. Dit maakt het aannemelijk dat de Konijnenbosch rond het midden van de 13e eeuw al onderdeel was van het kasteelcomplex. Gezien de vondst van een ophogingslaag met een fragment steengoed en funderingsresten was het ook in de periode daarna nog in gebruik. Op grond van aanvullende historische informatie van Edelman was Konijnenbosch voorheen (in de 19e eeuw?) een koetshuis.Ter hoogte van de locatie huis Sonneberg zijn funderingen en een regen(?)put aangetroffen die behoren bij recent gesloopte bebouwing. Verder werd hier een gelaagd ophogingspakket gevonden waarvan de basis niet werd bereikt. Opmerkelijk is dat ter hoogte huis Sonnenberg vrijwel direct onder het maaiveld een fundering is aangetroffen die qua baksteenformaat (28x14x7 cm) en geschatte 10 lagenmaat (ca. 86 cm) vergelijkbaar is met de onderzijde van de Nijenbeek. Omdat de mogelijkheid bestaat dat de fundering is opgebouwd uit hergebruikte stenen, is het niet mogelijk deze funderingen goed te dateren. Over de inrichting van de voorburcht is weinig informatie voorhanden.Met de archeologische begeleiding is het archeologisch onderzoek in het kader van de funderingswerkzaamheden afgerond. Ten aanzien hiervan worden geen nadere aanbevelingen gedaan. Gezien de geringe diepte waarop funderingsresten zich buiten de funderingssleuven aftekenen en met het oog op het feit dat weinig bekend is over de inrichting van het voorburchtterrein en het publieksbereik, wordt aanbevolen om de mogelijkheden te verkennen voor geofysisch onderzoek.