In opdracht van de gemeente Oost Gelre heeft RAAP van 23 oktober 2017 tot 16 maart 2018 een archeologisch proefsleuvenonderzoek variant begeleiding uitgevoerd in het kader van de herinrichting van de parkeerplaats en de vervanging van het riool binnen plangebied ‘Wheme’ te Groenlo in de gemeente Oost Gelre. Onder de werkzaamheden valt het aanleggen van rioleringssleuven en rioolputten en het uitgraven van kabelsleuven. De civieltechnische werkzaamheden zijn uitgevoerd door Rouwmaat. Het plangebied bevindt zich in de binnenstad van Groenlo, die bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed als geheel geregistreerd staat als terrein van hoge archeologische waarde (monumentnr. 13210). Voor werkzaamheden dieper dan 30 cm en met een oppervlakte van meer dan 30 vierkante meter is conform de archeologische beleidskaart een rapport over de waarde van het te verstoren terrein verreist.Eerder onderzoek heeft aangetoond dat in de omgeving van het onderzoekgebied archeologische resten aanwezig zijn. Voorbeelden hiervan zijn muurresten op het voorplein van de Oude Calixtuskerk en de stadsgracht die is aangetroffen bij rioleringswerkzaamheden in de Wheme. Een hoge verwachting is dan ook niet verwonderlijk in de historische binnenstad van Groenlo. Op grond hiervan is door de bevoegde overheid besloten dat onderzoek naar de waarde van het onderzoeksgebied noodzakelijk is. Een proefsleuvenonderzoek is het meest geschikt geacht om de vraagstelling te beantwoorden; gezien de aard van de werkzaamheden is gekozen voor de variant archeologische begeleiding.Het doel van het proefsleuvenonderzoek was het vaststellen van de archeologische waarde van het terrein. Hiertoe is het noodzakelijk inzicht te krijgen in de precieze aard en omvang van de vindplaats. In het verlengde daarvan wordt in kaart gebracht wat de consequenties zijn van de onderzoeksresultaten voor de verdere planvorming in het plangebied. In het geval van onderhavig onderzoek zijn de werkzaamheden reeds afgerond en heeft het advies enkel gevolgen voor eventuele toekomstige werkzaamheden binnen het plangebied.In combinatie met de civieltechnische werkzaamheden zijn verspreid over het plangebied vijf werkputten aangelegd met een totaal oppervlak van 1350 m2. Met een rupskraan met gladde bak zijn één of twee opgravingsvlakken aangelegd in de top van de verschillende ophogingslagen of de natuurlijke afzettingen. De diepte van het eerste of tweede vlak bedroeg circa 120-200cm –Mv. Verspreid over de werkputten zijn archeologische resten aangetroffen. Het gaat om sporen daterend van de (late) 12e eeuw tot het begin van de 20e eeuw. Hierbij gaat het om beerputten, waterputten, muurwerk, paalsporen, kuilen en een kelder. Op basis van het vondstmateriaal vallen twee clusters in de tijd op: de late 12e tot 14e eeuw en de 17e en 18e eeuw. De eerste cluster betreft de vroegste stadsvorming van Groenlo en de tweede cluster een deel van de Gouden Eeuw. Op basis van de waardering van de aangetroffen resten, waarbij is gekeken naar zowel de fysieke als de inhoudelijke kwaliteit van de vindplaats, wordt geconcludeerd dat het gaat om een behoudenswaardige vindplaats. Het advies luidt om in de toekomst voorafgaand aan eventuele bodemverstorende werkzaamheden een archeologische opgraving uit te voeren.