Waddinxveen Glasparel Booronderzoek

DOI

ADC ArcheoProjecten heeft in maart en april 2014 een Inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in het zuidoostelijk deel van het plangebied Glasparel+ in Waddinxveen (gemeente Waddinxveen). Het Inventariserend veldonderzoek bestond uit een karterend booronderzoek en betreft het vervolg op een eerder uitgevoerd bureau- en Inventariserend veldonderzoek in de vorm van een grofmazig verkennend booronderzoek. Aanleiding voor de onderzoeken is de herontwikkeling van het gebied.Op basis van de resultaten van het in 2012 uitgevoerde verkennende booronderzoek is een zone met een middelhoge verwachtingswaarde onderscheiden waar sprake kan zijn van archeologische waarden. Deze is als zodanig in het bestemmingsplan opgenomen. Hierbinnen bevinden zich drie potentieel archeologische niveaus, ieder met een specifieke diepteligging, verbreiding en datering:  de humeus ontwikkelde top van de crevasseafzettingen (320 – 370 cm –mv);  de zandige top van het veen (250 – 410 cm –mv);  de humeus ontwikkelde en/of ontkalkte top van de oever- en beddingafzettingen van de Zuidplas meandergordel (270 – 485 cm –mv).Verder omvat de genoemde zone een locatie waar bij het verkennende booronderzoek in de komafzettingen op een diepte van 4,3 tot 4,5 m -mv houtskool was aangetroffen. Dit houtskool kan een natuurlijke herkomst hebben, maar zou ook kunnen wijzen op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats.Het in het voorliggende rapport beschreven karterende booronderzoek had als doel het middels een fijnmaziger boorgrid nauwkeuriger begrenzen van de potentieel archeologische niveaus. Tevens diende, voor zover mogelijk, eventueel aanwezige archeologische vindplaatsen binnen deze niveaus opgespoord en gewaardeerd te worden.Tijdens het karterende booronderzoek zijn de oever- en crevasseafzettingen nader in kaart gebracht. Hierbij bleek dat de tijdens het verkennende booronderzoek waargenomen ontkalking van de top van de afzettingen een plaatselijk fenomeen te zijn. Gezien dit gegeven is de ontkalking hoogstwaarschijnlijk het gevolg van uitspoeling van zuren uit het bovenliggende veenpakket en wijst zij er niet op dat de top gedurende langere tijd een bewoonbaar oppervlak heeft gevormd. Gewezen kan hierbij ook worden op het feit dat de kleiige afzettingen weinig gerijpt zijn.Archeologische indicatoren zijn verder niet aangetroffen. Op basis van deze waarnemingen is het niet waarschijnlijk dat deze afzettingen in het verleden een bewoonbaar oppervlak hebben gevormd. De aanwezigheid van vindplaatsen in of aan de top van deze afzettingen wordt daarom onwaarschijnlijk geacht.Ten aanzien van de top van het veen kon, in tegenstelling tot het verkennende onderzoek, in geen van de karterende boringen een duidelijke zandbijmenging vastgesteld worden. De top van het veen was kleiig ontwikkeld en onveraard en bevatte resten van brakwaterschelpen.Laatstgenoemde wijzen op een transgressie met een geleidelijke verdrinking van het veenoppervlak. Archeologische indicatoren zijn niet aangetroffen. Op basis van deze waarnemingen lijkt het niet waarschijnlijk dat de top van het veen in het verleden een bewoonbaar oppervlak heeft gevormd. De kans op de aanwezigheid van een vroegneolithische vindplaats wordt daarom gering geacht.De controleboringen rond de locatie waar bij het verkennend onderzoek in de komafzettingen op een diepte van 4,3 tot 4,5 m – mv houtskool was aangetroffen, leverde geen (nieuwe) aanwijzingen op voor de aanwezigheid van archeologische waarden. Mogelijk heeft het houtskool een natuurlijke oorsprong of betreft het verspoeld materiaal.Samenvattend wordt gesteld dat de aanwezigheid van vindplaatsen binnen het plangebied zeer klein is. ADC ArcheoProjecten adviseert daarom het gebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet.Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies.

Glasparel+, Waddinxveen (gemeente Waddinxveen)

Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een karterend booronderzoek

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/DANS-X7K-VTHS
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/DANS-X7K-VTHS
Provenance
Creator R.M. van der Zee
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M.G. Nieuwenhuijsen; E. Jacobs (ADC ArcheoProjecten); ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2014
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact M.G. Nieuwenhuijsen (ADC ArcheoProjecten)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 9529; 9104; 973; 4496; 2187944
Version 1.0
Discipline Humanities