De archeologische begeleiding van de aanleg van de cunetten voor de taluds van de toekomstige fietsbrug over de N348 heeft geen archeologische sporen ouder dan de 19de eeuw opgeleverd. Van het historisch bekende boerenerf, dat direct ten noorden van het plangebied was gelegen, zijn geen sporen aangetroffen. De gevonden sporen beperken zich tot bermgreppels en boomplantkuilen. Deze behoren toe aan een oude weg, die een verbinding vormde tussen de brug over het Overijssels Kanaal en de Gooikersdijk. De bodemkundige informatie uit dit onderzoek onderstreept de voorafgaand aan de begeleiding opgestelde archeologische verwachting. Deze was laag voor sporen uit de prehistorie tot en met de middeleeuwen. Het ontbreken van sporen van het historisch bekende erf Barink geeft aan dit erf meer in noordelijke richting moet hebben gelegen. Overigens is het niet waarschijnlijk dat dit erf een middeleeuwse voorganger heeft gehad en gaat het om een relatief jonge ontginning. De naam Barink die aan deze boerderij is toegekend op de kadastrale minuut van 1832 berust waarschijnlijk op een verwisseling met een ander erve Barink, dat gelegen was in de omgeving van de huidige Siemelinksweg en dat aantoonbaar uit de middeleeuwen stamt.