Econsultancy heeft in opdracht van Buro Waalbrug een archeologisch onderzoek uitgevoerd voor het plangebied gelegen aan de Rijksstraatweg (ong.) te Buurmalsen in de gemeente Geldermalsen (zie figuren 1 en 2). In het plangebied zal de nieuwbouw van een woning met een bijbehorende garage en een schuur worden gerealiseerd. Het archeologisch onderzoek is noodzakelijk om te bepalen wat de verwachtingswaarde is voor de aanwezigheid van archeologische waarden binnen het plangebied en of deze door de voorgenomen bodemingrepen kunnen worden aangetast. De verplichting tot het uitvoeren van een archeologisch onderzoek (zie bijlage 3) komt voort uit het vigerende bestemmingsplan en/of het vigerend gemeentelijk beleid (archeologische beleidskaart 2015 van de gemeente Geldermalsen), voortvloeiend uit het Verdrag van Malta uit 1992. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van de voorgenomen nieuwbouw, alsmede een bestemmingsplanwijziging. Conclusie Op basis van de geleverde onderzoeksinspanning en de daarbij aangetroffen archeologische indicatoren wordt geconcludeerd dat er sprake is van een archeologische vindplaats binnen het plangebied. Op basis van het dateerbare vondstmateriaal kan er tevens sprake zijn van een vindplaats waar menselijke (bewonings)activiteiten hebben plaatsgevonden tijdens meerdere archeologische perioden (Romeinse tijd en Middeleeuwen). Verder zijn er op basis van de huidige onderzoeksinspanning geen terreindelen uit te sluiten waar geen archeologische resten en/of sporen meer te verwachten zijn. De hoge verwachting op het voorkomen van archeologische resten daterend vanaf de Late-IJzertijd wordt hiermee bevestigd. Tevens sluit de datering van de aangetroffen archeologische resten aan bij eerdere waarnemingen die gedaan zijn op de oeverwal waar het plangebied op ligt. Advies Omdat door de initiatiefnemer de nieuwbouwplannen dusdanig zijn aangepast, waardoor de voorgenomen bodemingrepen beperkt zullen blijven tot de huidige bouwvoor (bovenste 30 cm van de huidige bodemopbouw, wat reeds door moderne ploegwerkzaamheden omgewerkt is), wordt door Econsultancy de aanbeveling gedaan geen vervolgonderzoek te laten uitvoeren. Dit zal worden bewerkstelligd door ophoging van de terreindelen waar de nieuwbouw van de woning met bijbehorende garage en de schuur/loods zal worden gerealiseerd. Hierdoor zal de archeologische vindplaats niet worden verstoord (in situ worden behouden). Indien ophoging van het terrein toch niet wenselijk is, dan is een tweede alternatief om de nieuwbouw alleen te bouwen op stenen/betonnen poeren staand op heipalen, waarbij eveneens sprake is van een palenplan met een hartafstand van minimaal 5 meter tussen de heipalen. Bodemverstorende ingrepen anders dan het plaatsen van heipalen mogen dan ook niet dieper gaan dan 30 cm ten opzichte van het huidige maaiveld. Indien ophoging van het plangebied of alleen bouwen op heipalen geen gewenste toekomstige situatie betreft voor de initiatiefnemer, en behoud van de te verwachten archeologische vindplaats dan ook niet mogelijk is, dan adviseert Econsultancy om binnen het plangebied een vervolgonderzoek te laten uitvoeren. Ook bij andere toekomstige bodemingrepen die dieper gaan dan 30 cm ten opzichte van het huidige maaiveld zal vervolgonderzoek noodzakelijk zijn. Het vervolgonderzoek kan dan het beste worden uitgevoerd door middel van een IVO karterende en waarderende fase, proefsleuven (IVO-P). Wanneer bodemverstorende ingrepen beperkt blijven tot de toekomstige bouwvlakken van de nieuwbouwwoning met bijbehorende garage en de schuur/loods (zie bijlage 4), dan kan het proefsleuvenonderzoek beperkt blijven tot deze terreindelen. Voor de uitvoering van een proefsleuvenonderzoek dient een Programma van Eisen (PvE) te worden opgesteld, dat voor aanvang van de werkzaamheden moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag, de gemeente Geldermalsen.
Date Accepted: 2016-12-06
