Smilde, Rijksweg 86, Gemeente Midden-Drenthe (Dr.). Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek IVO-O).

DOI

In januari 2017 is een archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek, verkennende en karterende fase, uitgevoerd in plangebied Rijksweg 86 te Smilde, gemeente Midden-Drenthe (zie Figuur 1). De aanleiding voor het archeologisch onderzoek is de geplande bouw van een loods op het perceel met een omvang van circa 0,195 hectare. De geplande verstoringsdiepte bedraagt 60 centimeter (tot in het vaste zand); dit geldt voor het gehele oppervlak van de loods.Gezien de ligging binnen een voormalig celtic field kunnen in het onverstoorde dekzand archeologische waarden worden verwacht. Het doel van het archeologisch onderzoek is om de gaafheid van de bodem vast te stellen, de kans op de aanwezigheid van archeologische waarden en in welke mate deze worden bedreigd door de plannen.Het onderzoek bestaat uit een bureau- en een veldonderzoek. Bij het bureauonderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysische geografie, archeologie en historische geografie. Tijdens het veldonderzoek zijn zes boringen geplaatst om de gaafheid van de bodem te bepalen en om archeologische indicatoren op te sporen. Er zijn tijdens het veldwerk echter geen archeologische indicatoren aangetroffen. Een deel van de locatie is reeds verstoord (het geel gekleurde deel in Figuur 14). De boringen in het verlengde van de bestaande loods is deels verstoord, en bevat deels nog een slechts 5 centimeter podzol. Ter hoogte van boringen 2 en 4 is de bodem redelijk intact.Voor het bouwen van de loods zijn twee opties: de loods 60 meter lang bouwen of de loods vijf meter korter maken en enkele meters breder maken (ter hoogte van boringen 2 en 4). De aanwezigheid van archeologische grondsporen, wel of niet gerelateerd aan het eventueel aanwezige celtic field, is hier niet uit te sluiten. Er zijn hier echter geen bewijzen voor archeologische waarden gevonden.Wij adviseren voor de eerste optie te kiezen, zodat er niet gegraven hoeft te worden op de plek waar de bodem nog redelijk intact is en waar de meeste kans is op archeologische waarden (groene strook in Figuur 14). Ter hoogte van boring 6 is de bodem verstoord en bij boring 3 is de podzolbodem zeer dun (overgang naar het veen) zodat de B- en BC-horizont hier bij elkaar opgeteld nog maar 5 centimeter bedragen. De dekzandkop ligt meer naar het midden van het onderzoeksgebied en verder naar het oosten. De kans op archeologische waarden is in het westelijke gedeelte laag. Indien voor de optie wordt gekozen om de loods 60 meter lang te bouwen, adviseren wij geen archeologisch vervolgonderzoek. Indien wordt gekozen om de loods enkele meters breder te maken, adviseren wij een vervolgonderzoek door middel van een lange proefsleuf, omdat de bodem hier redelijk gaaf is en hier nog archeologische waarden kunnen zijn. Voor dit vervolgonderzoek dient contact opgenomen te worden met de bevoegde overheid en is een Programma van Eisen noodzakelijk. Uiteraard zijn andere manieren van planinpassing mogelijk, zoals het ophogen van een deel van het terrein, maar hierover beslist de gemeente.

2017-01/05

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-22z-2b6d
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-22z-2b6d
Provenance
Creator C. Tulp
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor De Steekproef
Publication Year 2017
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact De Steekproef (De Steekproef bv)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 7005854; 7343; 7547; 895; 4137
Version 1.0
Discipline Humanities