In februari en maart 2019 heeft IDDS Archeologie twee Warmtenet-tracés in Ede archeologisch onderzocht. Het onderzoek bestond uit een archeologische begeleiding van de werkzaamheden. Het doel van de begeleiding was het aanvullen en toetsen van het in de PvE’s opgenomen gespecificeerde verwachtingsmodel. In beide plangebieden zou het mogelijk zijn om resten aan te treffen uit de prehistorie (m.n. Bronstijd/IJzertijd) en de Middeleeuwen.Fase I - Arnhemseweg Op 6 en 7 februari 2019 is het traject tussen langs de Arnhemseweg tussen de kruising van de Vossenakker en de Sijsseltselaan onderzocht. Na het verwijderen van de verharding (asfalt en stoeptegels) is de eerste werkput aangelegd ter hoogte van de kruising met de Vossenakker. Daarna zijn nog drie proefputten gegraven. In alle werkputten bleek de bovengrond sterk verstoord tot ten minste 1,5 m -mv. In de natuurlijke bodem, bestaande uit sandr-afzettingen (waaiervormige afzettingen gevormd door smeltwater van de stuwwal), zijn geen archeologische resten aangetroffen. Het vermoeden bestaat dat de aangetroffen diepe verstoringen relatie hebben met het aanleggen van de reeds aanwezige ondergrondse infrastructuur en dus relatief plaatselijk van karakter zijn. De mate van verstoring van de natuurlijke bodemopbouw is derhalve niet de representatief voor het omringende gebied. Omdat er geen vindplaats is aangetroffen, kon de aanleg van het warmtenet verder plaatsvinden zonder archeologische begeleiding.Fase II – Bunschoterweg – Driehoek Op 1, 4 en 26 maart 2019 is het traject van de Bunschoterweg vanaf de Kleefsehoek tot de Molenstraat en het oostelijke deel van de Driehoek onderzocht. De verharding was reeds verwijderd en op aanwijzen van de archeoloog zijn op vooraf besproken locaties proefsleuven gegraven binnen het tracé. Hierbij zijn uitsluitend op de kruising van de Bunschoterweg en de Molenstraat archeologische resten aangetroffen. Het betreft resten van bebouwing uit de Nieuwe tijd B-C. De vindplaats is als niet behoudenswaardig gewaardeerd, waarna de aanleg van het warmtenet verder kon plaatsvinden zonder archeologische begeleiding.
