ADC ArcheoProjecten heeft in januari 2017 een Inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Hoge Varenweg 4 te Hierden, gemeente Harderwijk. Aanleiding is de voorgenomen woningbouw.Voor aanvang van het veldwerk is vastgesteld dat het plangebied zich bevindt op de overgang van een dekzandrug naar een dekzandvlakte. Vanwege de hoge ligging en gunstige ontwatering van dergelijke gebieden, geldt voor dekzandruggen een hoge verwachting. Dekzandruggen zijn vanaf het Paleolithicum tot in de Middeleeuwen gunstige vestigingslocaties geweest. Op historische kaarten van na 1800 was het plangebied in gebruik als bouwland. Naar verwachting is een plaggendek aanwezig, met hieronder nog een intacte podzolbodem. Archeologische resten werden daarom verwacht onderin het plaggendek. Aangezien het plangebied op basis van het oude kaartmateriaal de afgelopen 200 jaar niet bebouwd is geweest, werden geen grootschalige bodemverstoringen verwacht.Teneinde deze verwachting te toetsen en aan te vullen werd in het plangebied een verkennend en karterend booronderzoek uitgevoerd.Hierbij is bevestigd dat dekzand aanwezig is, afgedekt met een 50 cm dik plaggendek. De bodem is echter in de meeste boringen verstoord tot in de C-horizont. Brokken van de oorspronkelijke podzolbodem, evenals het plaggendek, zijn nog wel te herkennen in deze boringen. In één boring is nog een compleet podzolprofiel (E, Bh, B en C-horizont) aangetroffen, afgedekt met een plaggendek. Eventuele archeologische resten werden in de intacte boring verwacht onderin het plaggendek en in de top van het dekzand. In de verstoorde boringen zouden deze opgenomen zijn het omgewerkte pakket, vanaf 50 cm –mv. Vandaar dat deze lagen gezeefd zijn. Hierbij zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Gezien het ontbreken van vondstmateriaal, de verstoorde bodem en de relatief lage ligging op de overgang naar een dekzandvlakte, wordt de kans op archeologische resten daarom laag geacht. In theorie kunnen nog wel kleinschalige (vuursteen-) vindplaatsen en andere vindplaatsen met een lage vondstdichtheid voorkomen. Dergelijke vindplaatsen zijn echter lastig met booronderzoek op te sporen.
Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend en karterend booronderzoek