Huis en haard uit de 14de eeuw aan de Westerstraat

DOI

Op het perceel Westerstraat is in 2015 40 tot 80 cm afgegraven in verband met de bouw van een nieuw huis. De graafwerkzaamheden zijn archeologisch begeleid. Het plangebied bestaat uit twee smalle percelen. Tijdens het archeologisch onderzoek zijn alleen sporen gevonden op het oostelijke perceel. Het 16de/17de-eeuwse huis dat hier stond en waarvan de fundamenten in 2015 zijn afgebroken, heeft conserverend gewerkt voor de Middeleeuwse sporen op deze plek. Deze sporen lagen zoals verwacht zeer ondiep ten opzichte van het maaiveld. De sporen lagen zelfs op of boven het niveau van de Westerstraat. Het maaiveld van het plangebied liep in de Middeleeuwen dus al omhoog vanaf de straat. Dit hangt waarschijnlijk samen met de ligging van het plangebied vlakbij de Breedstraat. Onder de huizen aan de westzijde van de Breedstraat ligt de top van de Westfriese Omringdijk. Rond 1200 bezat de dijk al zijn huidige hoogte. Aan deze kant van de Breedstraat liggen sporen uit de 13de eeuw daarom direct onder het maaiveld. Het is aannemelijk dat het plangebied al in de 12de en 13de eeuw was bewoond. Doordat de ontgravingsdiepte beperkt was, zijn sporen uit deze periode niet aangetroffen bij het onderzoek.De oudste sporen die op het oostelijke perceel zijn gevonden, kunnen op basis van keramiekvondsten in de periode 1275-1310 worden geplaatst. Het gaat om een loopniveau met twee concentraties bakstenen op een onderlinge afstand van 2,4 meter. Mogelijk gaat het om simpele poeren waarop de houten stijlen van een gebouw hebben gestaan. Hoe dit gebouw eruit zag en hoe dit precies heeft gestaan, valt op basis van de fragmentarische sporen niet te zeggen. In een van de baksteenconcentraties zijn twee fragmenten van een maalsteen met een diameter van 134 tot 139 cm gevonden. Gezien het grote formaat moet het gaan om de maalsteen van een korenmolen. Dit soort molens stond in Holland vanaf de 13de eeuw. De maalsteen vormt het bewijs van de aanwezigheid van een korenmolen in Enkhuizen aan het einde van de 13de eeuw. Historische gegevens over molens in deze periode bestaan niet.Op de oudste sporen lag een bakstenen haardplaats uit de eerste helft van de 14de eeuw, met daaromheen een kleivloer. De bakstenen uit de vloer hadden het formaat 28-29x13-14x7-7,5 cm. Rond 1350 is boven de haardplaats een nieuwe haard gemaakt. Vermoedelijk lagen de haarden binnen hetzelfde huis en is dus sprake van een verbouwing en niet van nieuwbouw van het huis. Rond de nieuwe haardplaats lag een vloer van bakstenen (formaat 21,5-22,5x11-11,5x4,5 cm), zodat vermoedelijk sprake is van een verwarmde binnenkamer met verharde vloer. De vloer en haardplaats zijn waarschijnlijk in de tweede helft van de 14de eeuw buiten gebruik gesteld. In de lagen uit de 14de eeuw zijn enkele fragmenten van bronzen grapen gevonden. Dit wijst mogelijk op enige welstand van de bewoners van het huis.Haardplaatsen uit de 14de eeuw zijn niet eerder in Enkhuizen opgegraven. In Hoorn zijn in het verleden wel huizen uit deze periode opgegraven. Haardplaatsen liggen meestal ongeveer in het midden van een huis. De twee onderzochte haardplaatsen liggen op ongeveer 10 meter uit de rooilijn van de Westerstraat. Dit is een behoorlijk grote afstand, wat de vraag doet rijzen of de voorkant van het 14de-eeuwse huis op de huidige rooilijn stond. Een mogelijkheid is dat in deze tijd langs de Westerstraat nog geen sprake was van gesloten bebouwing met een doorlopende rooilijn, waarbij de voorgevels van alle panden op dezelfde lijn stonden. De perceelsgrens haaks op de Westerstraat die het plangebied in twee smalle percelen verdeelt, bestaat in ieder geval vanaf het midden van de 16de eeuw. De positie van de twee haardplaatsen uit de 14de eeuw op het oostelijke perceel wijst erop dat deze perceelsgrens in de 14de eeuw nog niet bestond. De haardplaatsen liggen namelijk niet in het midden van het smalle perceel. Tussen circa 1350 en 1550 lijkt dus een wijziging in de percelering te hebben plaatsgevonden, waarbij de twee smalle percelen zijn ontstaan.Vanaf de 14de eeuw is het oostelijke perceel waarschijnlijk continu bewoond geweest, maar sporen uit de 15de of eerste helft van de 16de eeuw zijn niet gevonden. Zij zijn waarschijnlijk verstoord door bebouwing uit latere tijd. Wel zijn enkele metaalvondsten gedaan die mogelijk in deze periode zijn te plaatsen, waaronder een fragment van een pelgrimsinsigne van Cornelius van Ninove. Rond 1555 is op het oostelijke perceel een huis gebouwd van ruim 7 meter lang en ongeveer 4 meter breed. Vijftig jaar later, rond 1605, is dit pand vergroot met een aanbouw van 5,50 meter lang. Bij het archeologisch onderzoek zijn twee kelders gevonden die bij het huis horen. Een van de kelders dateert uit de 17de eeuw, de anders is in de 18de of 19de eeuw gebouwd.Voor de vergroting van het huis rond 1605 is gebruik gemaakt van opvallend grote bakstenen die in de 14de en 15de eeuw kunnen worden geplaatst. Het gaat dus om hergebruikt bouwmateriaal. Dit roept de vraag op in welke gebouwen in de stad deze bakstenen oorspronkelijk waren verwerkt. In de 14de en 15de eeuw werden panden in Enkhuizen nog vrijwel allemaal volledig van hout gebouwd. Slechts enkele gebouwen waren gemaakt van baksteen, bijvoorbeeld stadspoorten en gebouwen van kloosters. De eerste bakstenen stadsmuren zijn pas vanaf 1531 rond de stad gebouwd. Voor de 15de eeuw is bekend dat in ieder geval de Noorderpoort en Zuiderpoort en drie verdedigingstorens van baksteen waren. Zij zijn ten tijde van de stadsuitbreiding omstreeks 1600 afgebroken en zijn daarmee goede kandidaten voor de herkomst van de hergebruikte bakstenen. De poorten en torens zijn echter pas gebouwd in de periode 1462-1482 en de gevonden bakstenen uit de 14de eeuw zijn dus waarschijnlijk niet uit deze gebouwen afkomstig. Ook de bakstenen kloostergebouwen zullen uit de 15de eeuw dateren. Het lijkt er dus op dat in 14de-eeuws Enkhuizen andere panden, wellicht woonhuizen van rijke inwoners, hebben gestaan die in ieder geval gedeeltelijk waren gemaakt van baksteen. Van het huis uit circa 1555/1605 bestaat een tekening uit 1874. Hierop is te zien dat het pand een trapgevel had. Deze is aan het einde van de 16de of in de 17de eeuw gebouwd. Het is goed mogelijk dat dit bij de vergroting van het pand rond 1605 is gebeurd. Het pand is in de 20ste eeuw in verval geraakt en in 2012 afgebroken. Op het westelijke perceel was tot de ontgravingsdiepte alleen een rommelige afbraaklaag zichtbaar, veroorzaakt door de afbraak van het huis dat hier heeft gestaan. Dit huis is tussen 1823 en 1832 afgebroken.

West-Friese Archeologische Rapporten 109

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zqs-yba4
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zqs-yba4
Provenance
Creator D.M. Duijn
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor P Leek; C.P. Schrickx (Archeologie West-Friesland); Archeologie West-Friesland
Publication Year 2018
Rights CC0 1.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Contact P Leek (Archeologie West Friesland)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; image/jpeg; image/svg+xml; text/csv; text/xml; audio/midi; application/vnd.mif
Size 1507419; 118135; 5079040; 6619136; 5963776; 5472256; 5636096; 5013504; 6193152; 5439488; 5701632; 5210112; 5996544; 4804301; 5177344; 4226296; 6815744; 5007617; 3238560; 4849664; 5505024; 6225920; 5898240; 7208960; 5341184; 5799936; 6455296; 4492396; 4770226; 7602176; 6258688; 5406720; 4685824; 5668864; 5373952; 4620288; 5308416; 6127616; 6717440; 6062080; 852301; 192032; 187710; 13855961; 21609434; 13521175; 21536493; 6946816; 6782976; 5537792; 5046272; 4805203; 5570560; 5931008; 5275648; 5144576; 4568449; 5355789; 7372800; 4554752; 6520832; 6356992; 6848512; 7143424; 4587520; 4882432; 4203939; 5865472; 6324224; 1317; 11720; 11023; 242524; 555; 1610047; 253; 1675923; 4624; 616; 4368; 4751; 550; 822178; 6499; 416; 336; 934; 1736; 328; 188; 315; 142; 170; 279; 99; 134; 672; 985; 797; 1657086; 1685489; 1678044; 1626998; 1620884; 107; 1330; 85; 11971087
Version 2.0
Discipline Humanities