In opdracht van de gemeente Kapelle heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed in oktober 2017 een Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd binnen een onderzoeksgebied gelegen tussen de Biezelingseweg en het treinspoor te Kapelle (gemeente Kapelle). De aanleiding tot het onderzoek is het voornemen van de gemeente om de derde fase van het uitbreidingsgebied Zuidhoek te realiseren. Daartoe wordt momenteel het bestemmingsplan voorbereid.Bij de eerder, in het kader van de planontwikkeling voor het uitbreidingsgebied Zuidhoek, uitgevoerde archeologisch onderzoeken door middel van grondboringen zijn meerdere vindplaatsen aangetroffen (Vindplaatsen I tot VII). Binnen het huidig onderzoeksgebied (Vindplaats IV) bestaat een hoge verwachting op het aantreffen van vindplaatsen uit de periode 1250-1450. Op basis van deze verwachting heeft de bevoegde overheid bepaald dat in een deel van het plangebied vervolgonderzoek dient plaats te vinden in de vorm van een Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven.Tijdens het Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven in het onderzoeksgebied Zuidhoek III te Kapelle zijn verschillende archeologische sporen vastgesteld. De aangetroffen resten zijn echter niet te relateren aan bewoningssporen, maar zijn te interpreteren als sporen van landinrichting ten behoeve van agrarische activiteiten. De archeologische sporen zijn in de volledige onderzoekslocatie vastgesteld en dat op een diepte tussen circa 0,75 meter +NAP en 0,56 meter –NAP. Qua aard kunnen de aangetroffen sporen worden geïnterpreteerd als greppels, (boom)kuilen, een paalspoor en een afvallaagje. Daarnaast zijn ook verschillende recente sporen gedocumenteerd: hoofdzakelijk drainagegreppels.De greppelstructuren in het onderzoeksgebied behoren vermoedelijk tot éénzelfde systeem van landinrichting. Een fasering of datering herkennen in deze structuur is op basis van dit onderzoek moeilijk. De meeste greppels lopen min of meer noord-zuid gericht. Er zijn echter ook twee greppels die haaks op dit patroon staan. De aanwezige drainagesleuven hebben dezelfde noord-zuidoriëntatie, wat doet concluderen dat de landinrichting tot in het recente verleden, gelijk is gebleven. Uit het aardewerk, gevonden in de vulling van de greppels kan gesteld worden dat deze greppels ten vroegste in de Late Middeleeuwen zijn aangelegd, maar kunnen dus evengoed vrij recent zijn.De aangetroffen kuilen en het paalspoor kunnen eveneens als vrij recent worden beschouwd. Een laatste spoor leverde veel vondstmateriaal op. Het betrof een afvallaagje in een antropogeen opgebracht pakket bovenop een verlande geul of priel. Het afvallaagje bevatte naast stukken baksteen ook fragmenten van daktegels, aardewerk, natuursteen en dierlijk bot. Het aardewerk in dit afvallaagje is te dateren in de late 15de tot in de vroege 16de eeuw.Op basis van deze gegevens zijn twee vindplaatsen bepaald, met name: het greppelsysteem dat mogelijk nog dateert uit de Late Middeleeuwen en het afvallaagje uit de Late Middeleeuwen/Vroegmoderne Tijd.