Opgraving, variant begeleiding Haddingestraat 16 te Groningen, gemeente Groningen (GR)

DOI

Het onderzoeksgebied betreft het achterste deel van de kelder onder het oorspronkelijke voorhuis van het pand Haddingestraat 16. Het onderzoeksgebied is ten behoeve van de renovatie circa 30 cm handmatig ontgraven. Een groot deel van de bij het onderzoek aangetroffen lagen en sporen zijn te koppelen aan meerdere bewoningsfases op de locatie. Het aangetroffen vondstmateriaal betreft vooral aardewerk, dat behalve uit de (vroege) nieuwe tijd vooral uit de middeleeuwen stamt. Ondanks dat er maar weinig ontgraven is binnen het onderzoeksgebied en de gedocumenteerde vlakken dicht onder elkaar liggen, kan een aantal sporen op grond van de stratigrafie, de datering van het vondstmateriaal (vooral het aardewerk en bouwmateriaal) en bouwhistorisch onderzoek aan een bepaalde bewoningsfase worden gekoppeld. Enig voorbehoud is hierbij echter wel nodig.

De Haddingestraat wordt in de 10e of 11e eeuw aangelegd en vanaf dan moet sprake zijn geweest van bewoning langs deze straat. Vóór deze periode deed het gebied dienst als bouwland. Het esdek dat op de locatie onder een ophooglaag/ laag steigeraarde ligt, wordt op basis van twee stuks aardewerk in de 9e eeuw gedateerd. In het esdek is een kuil/ingraving aanwezig. Het aardewerk dat uit dit spoor komt dateert uit de periode 10e tot 14e eeuw. De eerste steenbouw op de onderzoekslocatie wordt gedateerd in de 14e eeuw (mogelijk eerder). Mogelijk heeft hieraan vooraf op de locatie een houten gebouw gestaan, getuige een aantal paalkuilen die binnen het onderzoeks-gebied zijn gevonden. Tot de 14e-eeuwse fase horen een veldkei die als onderslagconstuctie dienst heeft gedaan en sporen van de oorspronkelijke achtergevel en op kelderniveau de opgaande muren. De overige sporen binnen het onderzoeksgebied betreffen sporen die op een later tijdstip zijn aangebracht in de kelder. Het gaat om muren, een haardplaats en een lemen vloer uit de vroege of midden-nieuwe tijd en een muur met schrobputje uit de 18e of 19e eeuw.

Het verzamelde aardewerk (en een deel van het glas) geeft daarnaast een indruk van de positie en status van de bewoners op de locatie. Op basis van het aardewerk moeten deze tot circa 1200 tot de ‘gewone’ burgerij hebben behoord. Het aardewerk uit deze periode betreft vrijwel uitsluitend lokaal vervaardigd kogelpotaardewerk, met daarnaast en klein aantal fragmenten Pingsdorfaardewerk. Het is bekend dat in deze periode de rijkere bewoners van de stad Groningen in het gebied rond de Grote Markt woonden. Vanaf de 12e eeuw verandert het aardewerkspectrum enigszins. Kogelpotfragmenten uit het Friese productiecentrum IJlst zijn binnen het onderzoeksgebied gevonden, evenals ander importaardewerk zoals proto-steengoed en één fragment Andenne-aardewerk/Maaslands wit. Luxegoed dat vaker in vondstcomplexen in de binnenstad is aangetroffen, zoals kustaardewerk (beter bekend als ‘hoogversierd aardewerk’) is echter compleet afwezig aan de Haddingestraat 16, zodat de status van de bewoners in deze periode nog niet erg lijkt te zijn gestegen. In de 14e eeuw komen veel verschillende soorten aardewerk voor op de locatie. Kogelpot is nog steeds aanwezig in deze periode, maar zijn er ook meer bijzondere soorten aardewerk aangetroffen, waaronder cordonversierd en geglazuurd kogelpotaardewerk en vroeg steengoed uit Siegburg. Deze aardewerksoorten kunnen als erg exclusief gezien worden en duiden dat de bewoners van het pand in deze periode deel uitmaakten van de rijkere bovenlaag van de bevolking van Groningen. Het feit dat er in deze periode een stenen huis verrijst aan de Haddingestraat 16 geeft natuurlijk ook aan dat de bewoners welvarend moeten zijn geweest. Resten van drie glazen drinkbekers uit deze periode ondersteunen eveneens deze aanname. Echter, het aardewerk dat uit de latere perioden is aangetroffen binnen het onderzoek, betreffen weliswaar voor het grootste deel luxegoed, maar zijn niet in grote hoeveelheden aangetroffen. De bewoners van het pand zullen destijds wel tot de bovenste lagen van de bevolking behoord hebben, maar niet tot de echte elite.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/AR/3CFL9S
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/AR/3CFL9S
Provenance
Creator Krol, T.N.
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor Krol, T.N.
Publication Year 2025
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact Krol, T.N. (MUG Ingenieursbureau)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/rtf; application/pdf; application/octet-stream; application/vnd.antix.game-component; audio/ogg; text/csv; text/comma-separated-values; application/vnd.oasis.opendocument.spreadsheet; image/jpeg; text/plain; charset=US-ASCII; application/zipped-shapefile
Size 57302; 65084; 58659; 4243711; 5460936; 6596890; 4440; 110; 611; 5152; 4118; 2055; 42; 1041; 33112; 310; 167094; 32; 12310; 296; 2071; 318; 993; 602; 3626; 378; 334; 344; 127; 8536; 2916; 8309; 2260; 1175; 41304; 20681; 2188; 16728; 116; 2962; 2236; 15804; 29016; 4474; 24920; 3271; 24354; 2185216; 1846; 49648; 791; 32999; 6012; 648; 860; 26881; 3540; 5896678; 5938724; 5878007; 5881479; 6079900; 6095063; 5958995; 5999842; 6061007; 5474357; 5534715; 5875549; 5724586; 5998427; 5855557; 5904350; 5818331; 5704871; 5961208; 5529657; 5882651; 5740980; 5883964; 5879334; 6086579; 5922480; 5900171; 5771314; 5728473; 5492734; 5920105; 5990125; 5804488; 5710198; 5654143; 5665944; 5668752; 5632048; 5674730; 5806504; 5646495; 5889596; 5739840; 5814553; 6044672; 5933481; 5543110; 5640374; 5911511; 5874907; 5871913; 4; 17188; 6925; 20797; 669550; 417; 400; 5275; 7196; 5262; 6355; 8227; 5133; 5042; 9634; 8261; 1947; 7234
Version 2.0
Discipline Humanities