Van 21 t/m 27 april 2009 en op 17 november 2010 is door het bureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie (BAAC bv) in opdracht van de gemeente Bunschoten een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) door middel van proefsleuven uitgevoerd op drie deelgebieden binnen het plangebied Haarbrug-Zuid te Bunschoten. De aanleiding voor dit onderzoek is de ontwikkeling van een bedrijventerrein in het plangebied. Hierdoor kunnen eventueel aanwezige archeologische waarden in de ondergrond verstoord worden.Binnen deelgebied 1 bevindt zich monument van hoge archeologische waarde. Op het terrein wordt een huisterp vermoed uit de late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd. Er zijn echter geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van een terp uit de late middeleeuwen of nieuwe tijd aangetroffen in de werkputten. Een groot deel van het terrein is verstoord tot diep in de natuurlijke ondergrond. Daar waar de bodem niet verstoord is, blijkt alleen een recente ophoogpakket op het natuurlijke veen en klei te zijn opgebracht. Er zijn geen aanwijzingen voor oudere ophoogpakketten. Historisch kaartmateriaal beeldt pas vanaf 1931 bebouwing af binnen het deelgebied. Het is daarom zeer waarschijnlijk dat we hier te maken hebben met een huisterp uit de twintigste eeuw.Aan de lokale dekzandhoogten in het gebied en dan met name daar waar begraven podzolbodems aanwezig zijn in deelgebied 2 en 3, wordt een middelhoge archeologische verwachting toegekend, omdat deze hoogten tot het neolithicum voor jagers/verzamelaars uit de steentijd mogelijk nog lang droog genoeg waren om bewoonbaar te zijn en een jachtkamp in te richten. Er zijn echter geen sporen of vondsten aangetroffen in de werkputten. Zodoende kan er geen vindplaats gedefinieerd worden. De bodemopbouw is intact, dus eventueel aanwezige archeologische resten zouden wel goed bewaard zijn gebleven.Er konden geen sporen of structuren gewaardeerd worden. Vervolgonderzoek binnen het onderzoeksgebied wordt daarom niet aanbevolen.