ADC ArcheoProjecten heeft in Kekerdom op 2 februari 2015 een bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Weg van de Beyer. Aanleiding is de voorgenomen afgraving ten behoeve van een waterberging. De waterberging zal worden afgegraven volgens een bepaald dwarsprofiel. De aanleg van de waterberging is een verplichting die voortvloeit uit de watervergunning voor de Ruimte voor de Rivier/NURG project Millingerwaard. Voor de aanleg van de waterberging zal een oppervlakte van 1,2 ha tot tenminste 1,35 m –mv worden afgegraven. Plaatselijk waar laagtes of poelen worden gerealiseerd bij de inrichting van het terrein, wordt afgegraven tot een maximale diepte van 1,80 m –mv.Op basis van het bureauonderzoek werden archeologische resten verwacht vanaf het Mesolithicum waar het Pleistocene oppervlak relatief ondiep zou liggen en een verwachting vanaf het Neolithicum waar de stroomgordel van Ressen zich in de ondergrond bevindt.Teneinde deze verwachting te toetsen en aan te vullen werd in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd.Algemeen is de opbouw aangetroffen van oeverafzettingen op komklei met oeverafzettingen op beddingzanden. De oeverafzettingen en beddingafzettingen behoren waarschijnlijk tot de meandergordel van Ressen. In geen van de boringen zijn de Pleistocene afzettingen van de Archeologische waarden en verwachtingskaart aangetroffen. Verder zijn de beddingafzettingen op grotere diepte aangetroffen dan aangegeven op de Archeologische waarden en verwachtingskaart.Alleen in boring 2 wordt vanaf 120 cm –mv een oeverafzetting aangetroffen. Op basis van deze gegevens kan de archeologische verwachting die geldig is voor de stroomgordel van Ressen worden overgenomen, ook al ligt deze stroomgordel of een onbekende stroomgordel iets dieper dan op de Archeologische waarden en verwachtingskaart staat aangegeven.Het is niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Om de op het bureauonderzoek gebaseerde gespecificeerde verwachting voldoende te kunnen aanvullen en toetsen, adviseert ADC ArcheoProjecten om in het plangebied tijdens de graafwerkzaamheden in een archeologische begeleiding te voorzien. De archeologische begeleiding dient hetzelfde doel als een inventariserend veldonderzoek door middel van het aanleggen van proefsleuven (AB/IVO-P). Dit betekent dat indien bij de civiele werkzaamheden toch vondsten of archeologische sporen worden aangetroffen, deze worden geregistreerd en, in zover de werkzaamheden dat toelaten, worden gedocumenteerd. De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE). Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies.
Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek