BO IVO Kuipersdijk Enschede Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase Kuipersdijk, Enschede, gemeente Enschede (OV).

DOI

Laagland Archeologie heeft in juni 2020 een Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Kuipersdijk te Enschede. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de aanleg van een aantal waterbergingen.Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd. Op basis van het bureauonderzoek resten uit de periode Neolithicum – IJzertijd en Late Middeleeuwen – Nieuwe Tijd verwacht. Dit verwachtingsmodel is getoetst en aangevuld door middel van verkennend booronderzoek. Het verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen.Uit het verkennend booronderzoek blijkt dat de bodem overwegend tot in de C-horizont is verstoord. In twee boringen is een redelijk intact podzolprofiel gezien. De oorspronkelijke top ligt hier echter relatief laag en was waarschijnlijk minder aantrekkelijk voor bewoning. De kans dat het gebied nog archeologische resten met een intacte archeologische context bevat wordt daarom laag geacht. Op basis van de resultaten van het veldonderzoek wordt geadviseerd geen archeologisch vervolgonderzoek in het plangebied uit te voeren en het plangebied vrij te geven voor het aspect archeologie. Dit advies is overgenomen door de bevoegde overheid, de gemeente Enschede. De gemeente wordt hierin vertegenwoordigd door haar deskundige, A. Vissinga Mochten tijdens de werkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, of resten waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat het om archeologische resten gaat, dan geldt op grond van de Erfgoedwet (art. 5.4) een meldingsplicht. Dit kan bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, www.cultureelerfgoed).

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/DANS-X8F-D9MQ
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/DANS-X8F-D9MQ
Provenance
Creator E.W. Brouwer
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor R.C.B. Steenbak; Laagland Archeologie
Publication Year 2021
Rights DANS Licence; info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; https://doi.org/10.17026/fp39-0x58
OpenAccess false
Contact R.C.B. Steenbak (Provincie Noord-Brabant)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/dbf; application/prj; application/octet-stream; application/shp; application/shx; application/pdf; text/xml
Size 1262; 433; 705; 660; 260; 6779318; 6920; 8296; 3215; 1109; 1416; 1888; 830; 1448; 8227; 10326; 3902; 1851; 1148; 1678; 1831; 1895; 2143; 3966; 1266; 1624; 2060; 1391; 1626279; 978; 1602; 173249; 1445; 977; 1280; 1588117; 907; 1208; 2963; 980; 38289; 1470; 2131; 2075; 1439; 1733; 1524; 2250; 54454; 5; 132; 2152; 148; 3893; 2015476
Version 1.0
Discipline Humanities