SamenvattingTransect heeft in april 2014 een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO; verkennende en karterende fase) uitgevoerd aan de Da Costalaan 7 te Ermelo (gemeente Ermelo, provincie Gelderland). Aanleiding van het onderzoek is de voorgenomen bouw van een woning van circa 340 m2 op de locatie van de voormalige woning aan de Da Costalaan 7.Conclusies• In het plangebied was voorafgaand aan het veldonderzoek sprake van een hoge verwachting voor nederzettingsresten, sporen van begraving en landgebruik uit de periode Laat-Paleolithicum – Late Middeleeuwen (35.000 voor Chr.-1.500 na Chr.). De archeologisch relevante bodemlaag wordt in het plangebied gevormd door de top van het dekzand – en waar dit ontbreekt door de top van de stuwwalafzettingen. In de top van het dekzand werd bodemvorming verwacht, in de vorm van een holtpodzol. Ook was er een kans op het aantreffen van een conserverend plaggendek, dat vanaf de Late Middeleeuwen is aangelegd.• Uit het booronderzoek blijkt dat ter hoogte van boringen 4 t/m 7 sprake is van een plaggendek op pleistocene afzettingen. De pleistocene afzettingen bestaan uit dekzand en hellingafzettingen (colluvium) op gestuwde afzettingen. • Ter hoogte van boring 4 zijn op het grensvlak van het plaggendek en de onderliggende pleistocene afzettingen twee dunwandige scherfjes met oude, niet afgeronde, breukvlakken gevonden. Deze dateren op basis van baksel en afwerking uit de periode van de Late Bronstijd tot en met de Vroege Middeleeuwen (circa 1.100 voor Chr. – 1.000 na Chr.). De niet afgeronde breukvlakken pleiten voor een lokale herkomst, zodat het onwaarschijnlijk is dat ze zijn aangevoerd met plaggenbemesting. Ze zijn gevonden op een diepte van circa 20 cm –Mv. • Ter hoogte van boorpunt 6 is onder de enkeerdgrond een grondspoor waargenomen. De top van het grondspoor ligt op 25 cm –Mv, de basis op 45 cm –Mv. De aard en datering van het grondspoor zijn onduidelijk, maar het moet zeker ouder zijn dan het plaggendek, dat op zijn vroegst uit de 14e eeuw na Chr. dateert (op basis van onderzoek elders aan plaggendekken). AdviesOp basis van de resultaten van het veldonderzoek wordt geadviseerd om archeologische vervolgstappen te nemen. Voor de invulling van deze stappen worden, gezien de beperkte omvang van het plangebied (circa 340 m2) én de beperkte diepte van de geplande ingrepen (circa 100 cm –Mv), twee opties voorgesteld:1. Het doen van archeologische waarnemingen tijdens de aanleg van de bouwput voor de nieuwbouw. Dergelijke waarnemingen zijn bedoeld om eventuele archeologische resten die tijdens de aanleg worden aangetroffen te signaleren en afhankelijk van het ingeschatte archeologisch belang te bepalen of een opschaling nodig is naar een archeologische begeleiding (protocol opgraven).2. Gezien het geringe oppervlak van de nog niet geroerde bodem binnen het bouwvlak kan ons inziens worden volstaan met een archeologische begeleiding (protocol opgraven). Zo worden de waardering en het veiligstellen van de resten in één fase uitgevoerd. Voorafgaand aan de uitvoering van dit onderzoek zal een Programma van Eisen moeten worden opgesteld, waarin de randvoorwaarden en eisen aan het onderzoek worden vastgelegd. Dit PvE dient vervolgens te worden goedgekeurd door de bevoegde overheid (de gemeente Ermelo).Bovenstaande opties zijn adviezen. Het is aan de bevoegde overheid (de gemeente Ermelo) om een daadwerkelijk besluit te nemen over mogelijke archeologische vervolgstappen. Mocht het besluit van de gemeente leiden tot vrijgave van het terrein in archeologische zin, dan geldt nog wel de wettelijke plicht om eventuele archeologische vondsten die worden gedaan tijdens bodemingrepen in het gebied te melden conform de hiervoor geldende wettelijke eisen. Om praktische redenen wordt geadviseerd om de melding bij de gemeente te doen.