In opdracht van de firma Van Roosmalen is in de periode van 12 april tot en met 7 mei 2002 door Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) binnen het plangebied ‘Deest aan het Water’ te Deest (gemeente Druten, provincie Gelderland) een Aanvullend Archeologisch Onderzoek (AAO) uitgevoerd. Het plangebied is gelegen ten zuiden van Deest en bestaat thans uit akkers, weidepercelen en boomgaarden. In het plangebied zijn grootschalige ontgrondings- en inrichtingswerkzaamheden gepland die het gebied ingrijpend zullen veranderen. Zo zal de huidige zandwinlocatie ‘De Uivermeertjes’ in oostelijke richting worden uitgebreid. Ook andere delen van het ca. 150 hectare grote plangebied, waarvan is komen vast te staan dat het archeologisch van grote waarde is, zullen door de werkzaamheden worden aangetast (De Boer & Baetsen 2001). Het onderzoeksgebied maakt deel uit van een voormalig rivierlandschap waar in de klei-, zavel- en zandafzettingen aanwijzingen zijn gevonden voor een doorlopende bewoning vanafde vroege prehistorie tot in de Middeleeuwen. Het onderzoek is uitgevoerd op vindplaats 8, waarvan het vermoeden bestond dat er restanten uit het Mesolithicum/Neolithicum konden worden aangetroffen.Synthese:Tijdens het Aanvullend Archeologisch Onderzoek op vindplaats 8 bij ‘Deest aan het Water’ te Deest zijn de restanten van bewoning uit de vroege prehistorie aangetroffen. Hier is de periferie vastgesteld van een vuursteenconcentratie, behorende bij activiteiten uit het Mesolithicum/Neolithicum. Het aantal en de verspreiding van de verbrande vuur- en natuurstenen kan duiden op de aanwezigheid van een of meer haardplaatsen, bekend van vindplaatsen waar een tijdelijke occupatie door rondtrekkende jagers/verzamelaars is aangetoond.Vindplaats 8 is gelegen op een oeverwal-achtige afzetting. In de omgeving bevond zich ten tijde van bewoning open water of een deels verlandde geul (mogelijk moeras). In het eerste geval kon er naast jacht op watervogels gevist worden, terwijl een meer moerassig gebied de mogelijkheid bood van jacht op vogels en hier levende zoogdieren. Het (vooralsnog) ontbreken van specifieke werktuigen en een duidelijke datering, laat een meer gedetailleerde beschrijving van de activiteiten niet toe.Het onderzoek heeft aangetoond dat het komgebied in het Midden- Nederlandse rivierengebied vindplaatsen uit de vroege prehistorie herbergt die, door hun diepe ligging in de ondergrond, niet zijn aangetast. Het is dan ook van belang om bij grootschalige ingrepen in de bodem van deze gebieden alert te zijn op het voorkomen van dergelijke prehistorische vindplaatsen.
Date: 2002