Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase: Perceel Kampsestraat

DOI

Met dit onderzoek is de archeologische verwachting van het perceel inkaart gebracht zodat hier rekening mee kan worden gehouden bijeventuele (nieuwbouw)plannen in de toekomst.Uit het bureauonderzoek blijkt dat in de omgeving van het plangebiedbewoning heeft plaatsgevonden op de oevers van de Rijn(stroomgordel van Malburgen en Nederrijn). De meeste vind-plaatsendateren uit de Middeleeuwen maar er zijn ook vondsten gedaan diewijzen op bewoning in de Romeinse tijd. Het plangebied ligt op eenrelatief laag gedeelte van de oever van de Malburgen die richting hetzuiden overgaat in de komvlakte. Op basis van de bekendevindplaatsen is de indruk dat de bewoning zich met nameconcentreerde ten oosten en noorden van het plangebied. Dit zijn dehogere delen van de oever/stroomgordel. Op basis hiervan is aan hetplangebied con-form de gemeentelijke beleidsadvieskaart eenmiddelhoge verwachting toegekend voor vindplaatsen uit de Romeinsetijd en Vroege-Middeleeuwen. Op basis van de landschappelijke ligging,de vindplaatsen uit de omgeving en historisch kaartmateriaal is de zeerhoge verwachting op de gemeentelijke beleidsadvieskaart voor deperiode Late-Middeleeuwen (vanaf de 11e - 12e eeuw) tot en met deNieuwe tijd naar middelhoog bijgesteld.Tijdens het verkennend booronderzoek zijn zoals verwacht oever- opkomafzettingen aangetroffen. In de top van de oeverafzettingen is eenooivaaggrond ontwikkeld die in het grootste deel van het plangebiedintact is aangetroffen. Dit betekent dat de middelhoge verwachting voorvind-plaatsen uit de Romeinse tijd tot en met de Nieuwe tijd zoals die isopgesteld in het bureauonderzoek gehandhaafd kan blijven.Ter plaatse van boring 1 is onder de bouwvoor een grijze, vuilige laagaangetroffen die is geïnterpreteerd als een antropogene laag. De aarden ouderdom van deze laag is echter niet duidelijk want er zijn geendateerbare archeologische indicatoren gevonden. Gezien de locatie isde kans groot dat sprake is van een verstoorde laag als gevolg van deweg die hier in de jaren twintig van de 20e eeuw is aangelegd en weergesloopt. Een extra aanwijzing voor een recente verstoring ter plaatseis het feit dat ook in de bouwvoor enkele brokken puin en baksteenvoorkomen. Het is echter niet uitgesloten dat sprake is van een oudecultuurlaag in de top van de oeverafzettingen.Op basis van het bureau- en verkennend booronderzoek geldt voor hetperceel aan de Kampsestraat een middelhoge verwachting voorarcheologische vindplaatsen vanaf de Romeinse tijd tot en met deNieuwe tijd. De zeer hoge verwachting voor een vindplaats uit de LateMiddeleeuwen– Nieuwe tijd op de beleidsadvieskaart van de gemeenteis hiermee naar beneden bijgesteld. Het voorstel is om dedubbelbestemming Waarde – Archeologie 3 (zeer hoge verwachting)aan te passen naar Waarde – Archeologie 5 dat gelijk staat aan eenmiddelhoge archeologische verwachting. Dit betekent dat deoppervlaktegrens verruimd zou kunnen worden van 30 naar 500 m2 (endieper dan 0,5 m).Op basis van deze ondergrens wordt het advies om bij bodemingrepengroter dan 500 m2 en dieper dan 0,3 m beneden maaiveld naderarcheologisch onderzoek uit te voeren. Dit nader onderzoek zal terplaatse van de bodemingrepen worden uitgevoerd en bestaan uit eenkarterend booronderzoek.Aandachtspunt betreft de bodemopbouw ter plaatse van boring 1. Deaard van de grijze, vuilige laag tussen 40 – 80 cm is niet bekend. Hetkan gezien de locatie en de brokken baksteen en puin in debovengrond gaan om een recente bodemverstoring die gerelateerd kanworden aan de weg die daar in de jaren twintig van de 20e eeuw heeftgelegen. Vanwege het ontbreken van dateerbare archeologischeindicatoren kan echter nog niet worden uitgesloten dat het een oudecultuurlaag betreft en daarmee zou wijzen op een vindplaats (in dedirecte omgeving). Mogelijk kan onder¬zoek op de naastgelegenontwikkelingslocatie Tracé Waterberging hier meer duidelijkheid overgeven.Daarnaast is het perceel verdacht is voor niet-gesprongen explosievenuit de Tweede Wereldoorlog en eventuele andere sporen/objecten. Ophet moment dat er concrete (bouw)plannen voor het terrein zijn dan zalhier gericht onderzoek naar plaatsvinden (OCE-onderzoek). Mogelijkkan op basis van de resultaten van dit onderzoek de archeologischeverwachting met betrekking tot sporen en vondsten uit de TweedeWereldoorlog nader worden gespecificeerd. Als vanwege de plannenook het hierboven beschreven archeologisch karterende booronderzoekmoet worden uitgevoerd dan is het zaak om het OCE-onderzoekvoorafgaand en/of gelijktijdig met het archeologisch onderzoek te latenplaatsvinden.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-24d-su5u
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-24d-su5u
Provenance
Creator S.M. Koeman
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor S.M. Koeman; Archeodienst BV
Publication Year 2016
Rights CC0 1.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Contact S.M. Koeman (KSP Archeologie)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 4017660; 9096; 8393; 1078; 6433
Version 1.0
Discipline Humanities