In opdracht van Kalcoton BV heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Woon-winkelcomplex Venniphof in Hillegom (gemeente Hillegom). In het plan- gebied zal uitbreiding van een bestaand winkel- en wooncomplex gerealiseerd worden. Het onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.In het hele plangebied kunnen op grond van de ouderdom van de strandwal archeologische resten voorkomen vanaf het Neolithicum. Vanwege de hogere ligging vormden strandwallen aantrekkelijke locaties voor bewoning en landbouw. Alleen in perioden van sterke verstuiving 1 waren deze gebieden niet aantrekkelijk. Gezien de ligging op de overgang naar de strandvlakte geldt een middelhoge verwachting voor archeologische resten uit het Neolithicum. Deze resten kunnen bestaan uit kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, vuursteen en houtskool. De flanken van de strandwal kunnen in de daarop volgende periode overgroeid zijn geraakt met veen. Gezien de ligging op of nabij de flank van de strandwal zal een eventueel veenpakket relatief dun zijn. Afhankelijk van de ouderdom van het veen kunnen hierin archeologische resten voorkomen uit de Bronstijd, IJzertijd en Romeinse tijd. De kans hierop is laag. Bovendien bestaat een gerede kans dat het veen in de Middeleeuwen en Nieuwe tijd is afgegraven of omgewerkt in het kader van de bollenteelt. De kans op de aanwezigheid van archeologische resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd is eveneens laag. Het plangebied ligt buiten de historische kern van Hillegom en op historisch kaartmateriaal is geen bebouwing aanwezig. Als gevolg van de aanleg van de huidige bebouwing, die vermoedelijk dateert uit de periode 1850-1950, moet rekening gehouden worden met verstoring van de bovengrond.Omdat de diepte van de huidige verstoring niet bekend is, adviseert ADC ArcheoProjecten om een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van een gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek, teneinde inzicht te krijgen in de opbouw van de ondergrond en de aan- of afwezigheid van archeologische resten. Hiertoe dienen drie boringen uitgevoerd te worden. Er zal geboord worden met een avegaarboor tot in de top van de strandwal/- vlakteafzettingen. Op deze manier kan meer materiaal naar boven gebracht worden. Deze methode is daarom beter geschikt voor het opsporen van sites met een lage vondstdichtheid. De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een Plan van Aanpak (PvA) of Programma van Eisen (PvE).