In opdracht van BPD Ontwikkeling B.V. heeft RAAP in juni 2016 een archeologische begeleiding protocol opgraven uitgevoerd in de gemeente Eijsden-Margraten. In het plangebied is een regenwaterbuffer (2.120 m²) aangelegd waarbij de nog te verwachten aanwezige archeologische resten verstoord zouden worden. Een proefsleuvenonderzoek uit 2014 direct ten westen van het plangebied heeft namelijk vol-middeleeuwse nederzettingsresten opgeleverd die zich voortzetten tot binnen de regenwaterbuffer.Het plangebied ligt op een zachte helling aan de rand van het terras van Margraten, bedekt met laat-pleistocene lössafzettingen en omgeven door droogdalen. In totaal zijn vier werkputten aangelegd. De archeologische sporen concentreren zich in de zuidwesthoek van put 3. Ze kunnen geïnterpreteerd worden als nederzettingsresten uit de Volle Middeleeuwen. Het gaat waarschijnlijk om een deel van een bootvormig hoofdgebouw (ST1), een slecht bewaard bijgebouw en een erfbegrenzing in de vorm van een greppel. Daarnaast zijn nog direct ten oosten van ST1 drie grote kuilen aangetroffen waarvan de functie niet bekend is. Een groot deel van de sporen zijn geheel of gedeeltelijk geërodeerd. Op basis van het aardewerk uit de (paal)kuilen en drie 14C-analyses kan de nederzetting gedateerd worden in het laatste kwart van de 11e eeuw tot het eerste kwart van de 12e eeuw. Het aangetroffen vondstmateriaal bestaat uit typisch nederzettingsafval. Zo bestaat het aardewerk uit eenvoudig keukengerei in de vorm van kook- of tuitpotten en kogelpotten. De onderscheiden types zijn nagenoeg alle vervaardigd in Zuid Limburg, maar vertonen gelijkenis met producten uit Pingsdorf en uit het Midden-Maasgebied. Ook het aangetroffen natuursteen past binnen het scala van nederzettingsafval. Zo vertoont 75% van het steen sporen van brand, waardoor ze afkomstig kunnen zijn van een ovenvloer (bijvoorbeeld van een broodoven) of haardplaats. De weinig bewaard gebleven macrobotanische resten en meer bepaald het dorsafval, tonen aan dat onder andere rogge op de akkers geteeld werd. Resten van andere gewassen zijn niet bewaard gebleven.Tijdens het proefsleuvenonderzoek in 2014 zijn nog één of meerdere erven aangetroffen uit dezelfde periode. Omdat de tussenliggende zones nog niet zijn opgegraven, is het beeld vooralsnog onvolledig. De erven liggen parallel aan en vlak langs de Heiligerweg. De boerderijen kaderen in de ontginningspolitiek van het lösslandschap in deze periode. Omdat op het Plateau van Margraten nog nauwelijks vol-middeleeuwse erven in het buitengebied bekend zijn, biedt de opgraving aan de Heiligerweg een belangrijke aanvulling op de studie van de middeleeuwse ontginningsgeschiedenis van het lössgebied. Er wordt dan ook geadviseerd om de tussenliggende zones die nog niet onderzocht zijn, op te graven indien bij toekomstige werkzaamheden de verwachte archeologische resten niet in situ behouden kunnen blijven.
Date: 2016-06-16